Aantal vluchtelingen sinds WOII niet zo hoog

Eind vorig jaar waren 51,2 miljoen mensen van huis en haard verdreven. Het is voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog dat wereldwijd zo'n groot aantal vluchtelingen, asielzoekers en mensen die in eigen land ontheemd raakten is geteld. Dat blijkt uit een rapport dat de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR vrijdag, op Wereldvluchtelingendag, heeft gepresenteerd.

Het aantal is een flinke stijging ten opzichte van 2012. Toen waren wereldwijd 45,2 miljoen personen ontheemd. De sterke toename is vooral het gevolg van het conflict in Syrië. Daar namen 2,5 miljoen mensen de wijk naar het buitenland en zijn 6,5 miljoen personen binnen Syrië op de vlucht. Ook in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) en Zuid-Sudan ontvluchtten grote groepen mensen het strijdgeweld en humanitaire problemen.

"De internationale gemeenschap moet meningsverschillen overbruggen en oplossingen vinden voor de huidige conflicten in de Centraal-Afrikaanse Republiek, Syrië, Zuid-Sudan en elders", aldus Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen António Guterres. "Niet-traditionele donoren moeten de handen ineen slaan met de traditionele donoren. Vandaag de dag is het equivalent van de hele bevolking van een middelgroot land als Spanje of Zuid-Afrika ontheemd."

De UNHCR onderscheidt drie groepen: vluchtelingen, asielzoekers en binnenlands ontheemden. Het aantal vluchtelingen was het hoogst sinds 2001 en bestaat voor meer dan de helft uit Afghanen, Syriërs en Somaliërs. De grootste gastlanden voor vluchtelingen zijn Pakistan, Iran en Libanon.

In 2013 werden wereldwijd 1,1 miljoen asielaanvragen ingediend, waarvan de meeste in Duitsland. Datzelfde jaar werd een recordaantal van 33,3 miljoen binnenlandse ontheemden geregistreerd. Ook keerde in 2013 het laagste aantal vluchtelingen in een kwart eeuw terug naar huis: slechts 414 duizend personen.

De UNHCR baseerde zich voor het rapport op eigen gegevens en op die van ngo's en regeringen.