Bedrijven: universiteiten moeten anders

Universiteiten moeten anders te werk gaan dan ze nu doen. Het wetenschapsbeleid moet nauwer worden verbonden met het innovatiebeleid en beter aansluiten bij het bedrijfsleven. Dat schrijven elf grote bedrijven aan minister van Onderwijs en Wetenschap Jet Bussemaker PvdA) en haar collega van Economische Zaken Henk Kamp (VVD). De brief, die dateert van eind maart, is zondag online gezet door The Post Online.

De elf bedrijven zijn naar eigen zeggen samen goed voor ongeveer de helft van de private onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen. De onderzoeksbazen van bedrijven als Shell, Unilever, Philips, KPN, ASML, AkzoNobel en DSM willen dat universiteiten minder nadruk leggen op aantallen publicaties en dat meer aandacht wordt besteed aan bètavakken, techniek en 'toepassingsgeïnspireerd' onderzoek. Verder zouden universiteiten zich meer moeten profileren en meer multidisciplinair moeten worden ingericht. De bedrijven vinden het Nederlandse wetenschapsbestel nu te monodisciplinair.

Het kabinet moet met een 'inspirerende' agenda komen waarin wetenschap, industrie en overheid verder met elkaar worden verbonden, schrijven de 'chief technology officers'. In deze gezamenlijke agenda moeten 'maatschappelijke uitdagingen, topsectorbeleid en wetenschapsagenda' bij elkaar komen. Om te beginnen worden thema's als 'langer, gezonder leven' en 'de circulaire economie' voorgesteld.

De bedrijven willen dat de overheid de juiste voorwaarden creëert om de agenda gezamenlijk te kunnen uitvoeren. "Het is in dat kader van belang kritisch te bezien of de huidige prikkels in het systeem het gewenste gedrag teweegbrengen." Zij voegen daar min of meer dreigend aan toe dat de bereidheid tot samenwerking met het bedrijfsleven bepaalt waar het onderzoeksgeld wordt geïnvesteerd.

Ondernemers en wetenschappers werken al samen in zogeheten Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI's). Als bedrijven geld steken in gezamenlijk onderzoek met kennisinstellingen, doet het kabinet daar 25 procent bovenop. Dit jaar is het overheidsbudget hiervoor gestegen naar tweehonderd miljoen euro. Het meeste geld gaat naar de 'topsector' hightechmaterialen en -systemen. De andere acht zijn logistiek, life sciences, energie, chemie, creatieve industrie, tuinbouw, water en agri & food.