Japanse premier wekt opnieuw woede van China

De Japanse premier Shinzo Abe heeft maandag een offer gestuurd naar het omstreden Yasukuni-monument. Daarmee heeft hij opnieuw de woede gewekt van China. Het monument eert niet alleen 2,5 miljoen oorlogsslachtoffers; er worden ook veertien oorlogsmisdadigers herdacht.

China hekelde de daad van Abe en zei dat hij 'een verkeerde houding ten aanzien van de geschiedenis' heeft. "Het Yasukuni-monument is een schadelijk onderdeel van de Japanse betrekkingen met zijn buurlanden", zei de Chinese minister van buitenlandse zaken Qin Gang. "Als de Japanse leiders bereid zijn om deze negatieve last met zich mee te dragen, dan wordt die last alleen maar zwaarder."

In Japan zeggen mensen moe te zijn van de Chinese bemoeienis. "Hoe harder zij kritiek leveren, hoe sterker ik van mening ben dat ze zich er niet mee moeten bemoeien", aldus de 28-jarige Ayumi Shiraishi. "Het is voor de premier een kwestie van geloof, zoals hij al heeft gezegd, en daar is niets mis mee."

In de Chinese stad Nanjing staat een monument voor een bloedbad dat in 1937 werd aangericht door Japanse militairen. Een 64-jarige gepensioneerde leerkracht zei dat dit nog altijd een open wond is. "Japan is een land zonder geloofwaardigheid. Ze doen net alsof ze vriendelijk zijn, maar je kunt ze niet vertrouwen", aldus Qi Houjie.

Het Yasukuni-monument en het monument in Nanjing laten duidelijk zien dat Japan en China zeventig jaar na de oorlog nog altijd moeizame betrekkingen onderhouden. En die betrekkingen lijken niet veel beter te worden. Niet alleen claimen Japan en China beide een eilandengroep - door Japan Senkaku genoemd en Diaoyu door China -, in beide landen begint het sentiment zich steeds verder te keren tegen het buurland.