'Abortusgrens moet omlaag'

Om binnen de kaders van de strafwet te blijven moet de grens tot wanneer abortus mag worden gepleegd omlaag. Dat stelt jurist Don Ceder zaterdag in een interview met het Nederlands Dagblad. Hij studeerde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam af op abortusrecht.

Ceder wijst erop dat de Nederlandse wet van een 'levensvatbaarheidsgrens' spreekt. In 1978 is op basis van de toenmalige stand van de medische wetenschap gezegd dat een foetus vanaf 24 weken levensvatbaar is. Voor die grens mag iemand nog een abortus ondergaan, daarna niet meer.

Op die grens van 24 weken is het beleid gebaseerd, maar deze grens is volgens Ceder echter nergens schriftelijk vastgelegd. En inmiddels is de grens wanneer een foetus levensvatbaar is opgeschoven. Zo is in Duitsland een levensvatbare baby geboren na 21 weken en vijf dagen. "Als je de wet serieus neemt, zul je in het beleid de grens van 24 weken moeten verlagen."

Het zou bij veel mensen ontbreken aan kennis van de wet. "Op een overheidswebsite staat dat de 24 wekengrens is vastgelegd in de Strafwet. Dat is dus niet zo. Juridisch gaat het om een belangenafweging tussen de nood van de vrouw en de rechten van het ongeboren leven. Als je die belangenafweging nu opnieuw maakt, valt de 24 weken grens niet meer te rechtvaardigen", zegt hij.

Veel politici durven het debat hierover volgens Ceder niet aan omdat een verlaging al snel als een aantasting van verworven rechten zou worden gezien. Ceder spreekt zaterdag op een symposium van de, hoe kan het ook anders, katholieke juristenvereniging Pro Vita.