Waddeneilanden unaniem tegen groot windmolenpark

De vijf Waddeneilanden zijn unaniem tegen de bouw van een groot windmolenpark boven Ameland en Schiermonnikoog. Ze hebben hun zorgen hierover geuit in een brief aan minister van Economische Zaken Henk Kamp (VVD). Dat meldt het Eilander College, een samenwerkingsverband tussen de eilanden, donderdag.

Kamp heeft onderzoek gedaan naar de plaatsing van het windmolenpark, maar de eilanden hebben 'grote twijfels over de eenzijdige benadering' van zijn onderzoek. De eilanden zijn voor duurzame energieopwekking, maar een windmolenpark op zes kilometer van de kust gaat ze te ver. Het windmolenpark zou driehonderd megawatt aan energie moeten opwekken.

Het Eilander College laat in een verklaring weten dat de grootschaligheid van het park 'niet te verantwoorden is ten opzichte van het groter maatschappelijk belang van het Waddengebied als een van de top toeristische bestemmingen van Nederland'.

De eilanden zijn van mening dat ook de scheepvaartveiligheid, vogeltrekroutes, de status van de Waddenzee als Werelderfgoed en afspraken met Duitsland en Denemarken over beschermingszones in het geding komen. In de brief wordt Kamp met klem gevraagd af te zien van het windmolenpark. De eilanden hopen dat de minister rond de tafel wil om nader te overleggen over hoe ze nu verder gaan.

Het is de bedoeling dat Nederland in 2020 zesduizend megawatt energie uit wind haalt. Het rijk en de provincies hebben vorig jaar een akkoord gesloten om deze doelstelling te behalen. Uit een donderdag uitgebracht advies van de Commissie voor de milieurapportage blijkt echter dat niet alle gebieden die in beeld zijn als mogelijke locatie voor windmolenparken goed zijn beoordeeld.

De Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA) laat weten dat zij het noodzakelijk vindt dat dit alsnog wordt gedaan. Ook moet daarmee haast worden gemaakt, omdat de bouw van een windmolenpark zo'n vijf tot zeven jaar duurt. De associatie is bang dat de doelstelling voor 2020 anders niet wordt gehaald. De NWEA is van plan contact op te nemen met het rijk en provincies over de kwestie.