Onderzoek naar rol Twitter bij antisemitisme

Minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA) laat onderzoek doen naar de zogenoemde triggerfactoren van antisemitisme. Daarbij krijgt de rol van sociale media specifieke aandacht, schrijft de bewindsman donderdag in een brief aan de Tweede Kamer.

Het onderzoek is onderdeel van een reeks afspraken die Asscher heeft gemaakt om het antisemitisme onder jongeren in te dammen. Zo gaat het ministerie van Onderwijs onderzoeken hoe in het basis- en voortgezet onderwijs aandacht wordt besteed aan de Holocaust en het bestrijden van discriminatie. Daarbij wordt specifiek gekeken of het benodigde lesmateriaal goed beschikbaar en vindbaar is.

Ook de 'handelingsverlegenheid' onder docenten is een punt van aandacht. Sommige docenten hebben moeite om onderwerpen als de Holocaust, antisemitisme, homofobie en islamofobie in de klas te behandelen. Een 'veilige omgeving' voor docenten en steun van collega's en het schoolbestuur is daarbij van groot belang, aldus Asscher.

Verder heeft het Inspraak Orgaan Turken (IOT) beloofd om zich binnen de eigen gemeenschap in te zetten om de dialoog over antisemitisme te 'stimuleren'. Het Contactorgaan Moslims en Overheid heeft aangegeven dat graag te willen samenwerken met joodse organisaties om samen te kunnen optrekken in geval van incidenten.

Asscher schrijft dat er behalve voor de overheid ook een taak ligt voor de samenleving bij het bestrijden van antisemitisme. "Ouders, scholen, gemeenten, maar ook rolmodellen in de wijk en in de gemeenschappen zelf zijn van onschatbare waarde bij het terugdringen van discriminatie, door incidenten serieus te nemen en discriminatie bespreekbaar te maken."

De Tweede Kamer debatteert donderdagavond met Asscher over antisemitisme onder jongeren in Nederland. Aanleiding waren de beelden van Turkse jongeren uit Arhem die zich vorig jaar positief uitlieten over de Holocaust.