Paus geeft kerkbestuurders standje én schouderklop

De paus heeft de bestuurders van het Vaticaan zaterdag gewaarschuwd dat ze niet uit het oog moeten verliezen dat ze er zijn om de kerk te dienen. Vergeet de Curie haar roeping, dan dreigt ze volgens Franciscus weg te glijden in middelmatigheid, roddelzucht en bureaucratisch gekibbel.

De paus hield zaterdag zijn kersttoespraak voor de Romeinse Curie, de 'regering' van de rooms-katholieke kerk. Naar die rede was reikhalzend uitgezien, omdat Franciscus bij zijn aantreden in maart de taak op zich nam om het verkalkte en vaak slecht functionerende kerkbestuur te hervormen.

Franciscus' hervormingsdrang kostte vorige week al een aantal topbestuurders de kop. De paus herschikte de machtige Congegratie voor de Bisschoppen, die alle bisschoppen benoemt. Hij gaf twee scherpslijpers, de aartsconservatieve Amerikaanse kardinaal Raymond Burke en diens Italiaanse collega Mauro Piacenza, hun congé.

De paus zwaaide de in de clementijnse zaal verzamelde kardinalen, bisschoppen en priesters ook lof toe. Hij prees hen voor hun ijver, doorzettingsvermogen en vindingrijkheid en schoof zijn tekst aan de kant voor wat spontane trots. "De Curie telt heiligen!", stelde de paus verheugd vast.

Maar amateurisme en onheiligheid liggen altijd op de loer, hield de paus zijn manschappen voor. Wie een loopje neemt met zijn werk 'levert sleetse, doodse stukken af, die nooit vergezichten kunnen openen'. "De Curie (...) verandert dan in een gewichtig tolhuis (...) dat het werk van de Heilige Geest en de groei van Gods kinderen hindert."