VN vragen 9,3 miljard voor hulp

De Verenigde Naties en andere humanitaire groepen denken volgend jaar 9,3 miljard euro nodig te hebben voor hulp aan mensen in zeventien door crises getroffen landen. De helft daarvan is nodig voor Syrië en directe omgeving alleen.

De VN-organisaties die hulpgoederen, voedsel en opvang bieden aan vluchtelingen noemen de behoefte voor 2014 'formidabel, maar haalbaar'. Ondersecretaris-generaal voor humanitaire zaken Valerie Amos zegt dat het streven is om 52 miljoen mensen te helpen.

Het beroep op hulp voor Syrië is 'het grootste ooit', zei Amos. Door het aanhoudende geweld dreigen zo'n 2,5 miljoen mensen in nood van hulp verstoken te blijven. Hulpverleners kunnen hen volgens Amos niet of nauwelijks bereiken.

"Eind volgend jaar kan een aanzienlijke meerderheid van de Syriërs wel eens op de vlucht zijn gedreven of om noodhulp verlegen zitten", denkt Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen Antonio Guterres. "Dit gaat verder dan wat we in lange tijd hebben meegemaakt. Dat maakt de noodzaak van een politieke oplossing alleen nog maar groter."

Aan het begin van het jaar meenden de hulporganisaties nog met ongeveer 6,2 miljard euro uit te kunnen. Dat blijkt nu een schromelijke misrekening. En zelfs van dat onderschatte bedrag is pas zestig procent verzameld, lieten de VN weten.

Het geldgebrek doet het ergste vrezen voor volgend jaar - voor Syrië én andere getroffen gebieden. Hulpoperaties in de Centraal-Afrikaanse Republiek, de Filipijnen, Somalië, Djibouti en Haïti hebben volgens topvrouw Jasmine Whitbread van Save the Children nog niet de helft van het benodigde geld bijeengesprokkeld.

De UNHCR richt zich komend jaar vooral op steun aan de gastheren van de uitgeweken Syriërs. Buurlanden als Turkije en Jordanië krijgen hulp bij het opzetten van opvangcentra. Libanon, dat steeds meer Syrische vluchtelingen trekt, heeft hun zelfs nog geen ruimte toegewezen en lijkt al helemaal niet opgewassen tegen de vluchtelingenvloed.