Armoede rukt op in Nederland

De opmars van de armoede in het welvarende Nederland lijkt vooralsnog onstuitbaar. In 2012 nam de armoede evenals het jaar ervoor sterk toe. Dat concluderen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in het Armoedesignalement 2013. De rapportage wordt dinsdag gepubliceerd.

Het Armoedesignalement schetst voor honderdduizenden Nederlanders een beeld van te weinig geld in de portemonnee voor eten en drinken, voor kleren en vakantie. Vooral ook wonen drukt op de uitgaven van de mensen met een klein inkomen. De achterstand op huur of hypotheek groeit, aldus het CBS. Acht op de tien huishoudens met risico op armoede ondervindt directe financiële problemen en ziet zich steeds vaker genoodzaakt geld te lenen.

Beide instanties komen tot de conclusie dat de armoede de komende jaren zal blijven groeien, maar dat dat minder snel zal gaan. Voor zowel 2013 als 2014 geldt dat de groei zal afzwakken. In hun ramingen hanteren CBS en SCP een verschillende benadering van het begrip armoede. Het CBS bekijkt het aan de hand van de lage-inkomensgrens (LIG) en het SCP van het zogenoemde niet-veel-maar-toereikendcriterium (NVT). Het LIG vindt zijn basis in een vast koopkrachtbedrag en kijkt naar de huishoudens. Het NVT hanteert een norm op grond van minimaal vereiste uitgaven voor voedsel, kleding, wonen en sociale participatie en kijkt naar het individu.

De effecten op armoede van de recessie die in 2008 inzette, accelereerden pas in 2011; vorig jaar ging het pas echt snel. Het CBS kwam uit op 664.000 huishoudens met 'een kans op armoede' in 2012. Dat is 9,4 procent van alle huishoudens. In totaal moesten afgelopen jaar ruim 1,329 miljoen mensen rondkomen van een laag inkomen, aldus het CBS. Het SCP telde 1,197 miljoen mensen met een inkomen volgens het LIG-criterium, ofwel 7,6 procent van de bevolking. In 2012 kwamen er 152.000 'arme personen' bij. Vorig jaar verkeerden 551.000 huishoudens onder deze norm.

Slecht nieuws, beseffen de onderzoekers, maar er gloort dus een beetje hoop omdat de ramingen de armoedegroei over 2013 zien teruglopen. Het SCP denkt dat er dit jaar 16.000 armen bijkomen. De berekening volgens de CBS-criteria is wat somberder: er komen 40.000 huishoudens met kans op armoede bij. Wordt dat laatste aantal waarheid, dan lijdt bijna (9,9 procent)één op de tien huishoudens armoede.

Ruim 170.000 huishoudens hadden in 2012 ten minste 4 jaar achtereen een laag inkomen, hetgeen binnen de grenzen van langdurige armoede valt. De armoede onder kinderen groeide sterk. Sinds 2007 kwamen er liefst 100.000 arme kinderen bij, staat in het Armoedesignalement. Volgens de NVT-telling waren er in 2012 384.000 kinderen (0-17 jaar) arm. Daarmee iséén op de drie armen in Nederland jonger dan 18 jaar.

Het CBS concludeerde op basis van zijn LIG-criterium dat in 2011 bijna een kwart van de arme huishoudens in een van de vier grote steden woonde. Amsterdam is de trieste koploper, waar 15,4 procent van de huishoudens het moeilijk heeft. Op basis van zijn NVT-raming constateerde het SCP dat de armen vooral in de drie grootste steden wonen. Opmerkelijk genoeg scoort Vaals in Zuid-Limburg volgens beide criteria hoog. Het planbureau schrijft in de rapportage dat in 2011 de wijk Heechterp-Schieringen in Leeuwarden het hoogste armoedepercentage telde: 25,6 procent. Het aantal armen is het hoogst in de Schilderswijk-West in Den Haag, 3600 mensen.

Armoede rukt op in Nederland
Armoede rukt op in Nederland (Foto: ANP)