FOK!toen: JFK (deel 1)

Vandaag gaan we in FOK!toen een halve eeuw terug in de tijd. Het was namelijk op 22 november 1963 dat John Fitzgerald Kennedy, de 35e president van de Verenigde Staten van Amerika, op 46-jarige leeftijd werd vermoord. Vanaf januari 1961 was Kennedy, die ook wel Jack of JFK werd genoemd, de jongste gekozen president van het land en werd bij het grote publiek vooral bekend als de man die bekendmaakte dat de Amerikanen als eerste een man op de maan zouden zetten om zo de ruimtewedloop van de Sovjet-Unie te winnen. Daarnaast was Kennedy de president tijdens de Cubacrisis en de steeds sterkere Amerikaanse inmenging in de Vietnamoorlog.

Uit de Dallas Morning News van 23 november 1963
Uit de Dallas Morning News van 23 november 1963

De vroege jaren

John Fitzgerald Kennedy wordt op 29 mei 1917 in een huis aan Beals Street in Brookline geboren. Brookline was een voorstad van Boston. Aan het begin van de twintigste eeuw was het leven niet gemakkelijk voor Ierse immigranten in Boston. Zo had de roodharige Joe Kennedy, de vader van John, vaak te maken gehad met vacatures waarbij aangegeven werd dat Ieren niet hoefden te reageren of waarin de voorkeur werd gegeven voor protestanten. In 1914 trouwde Joe met Rose Fitzgerald, de dochter van John F. Fitzgerald, de burgemeester van Boston.

In de familie Kennedy zat trouwens al een sterke politieke inslag. Jacks grootvader van vaderszijde, Patrick J. Kennedy, was een zeer gerespecteerd Democratisch leider en overheidsfunctionaris en was één van de mensen die in Boston in politiek opzicht de toon aangaven. Zijn grootvader van moederszijde, 'Honey Fitz' Fitzgerald was ook een kleurrijk figuur; burgemeester van Boston en later een onderhoudende kandidaat voor het gouverneurschap van de staat en het lidmaatschap van de Amerikaanse senaat.

De Kennedy's en de Fitzgeralds werden ook wel 'vitrage-Ieren' genoemd, wat in die tijd neerkwam op gezinnen die altijd fruit in huis hadden, zonder dat er iemand ziek was. Joe's vader had een groothandel in dranken en een kolenzaak. Daarnaast had hij ook aandelen in twee kroegen. Joe studeerde aan Harvard wat vrij ongewoon was voor een jongen van Ierse afkomst. Deze werden normaliter altijd doorgestuurd naar rooms-katholieke onderwijs instellingen. Wat nog ongewoner was voor die tijd was het feit dat Joe werd opgenomen in de selecte clubs van Harvard.

Toen Joe in 1914 met zijn Rose trouwde beloofde hij dat hij voor elk geboren kind uit hun huwelijk op zijn minst 1 miljoen dollar zou verdienen. In de jaren 20 verdiende hij veel geld met speculaties op de beurs. Tussen 1920 en 1930 kwam Joe ook in de filmwereld terecht. Zo had Kennedy aandelen bij een productiemaatschappij die elke maand een succesvolle zwijgende westernfilm uitbracht. De beurskrach van 1929 liet bij Joe Kennedy slechts een paar financiële schrammetjes na. Toen in 1932 Franklin D. Roosevelt campagne ging voeren voor het presidentschap was het Joe Kennedy die het benodigde geld daarvoor bij elkaar bracht. Rond 1956 werd het vermogen van de Kennedy's op zo'n 200 tot 250 miljoen geschat.

John Fitzgerald Kennedy

John was de op één na oudste van de negen kinderen van de familie Kennedy. Hij had één oudere broer, twee jongere broertjes en vijf zusjes. Vader Kennedy had grote plannen met John's oudere broer Joseph. Joseph Kennedy moest president van Amerika worden. Hij woonde en studeerde enige tijd in Londen en maakte in 1937 een reis door Europa waarbij ook Nederland werd bezocht. De Nachtwacht vond hij interessant, maar Den Haag was naar zijn mening maar een saaie stad. Met zijn beste vriend Kirk LeMoyne Billings maakte John een reis door Europa en schreef een verslag getiteld Why England Slept over het Britse aandeel in het Verdrag van München. Ook waarschuwde hij voor de sterk in opmars zijnde Adolf Hitler.

In de Tweede Wereldoorlog was John luitenant bij de marine en voerde het bevel over een torpedobootjager. Bij de Salomonseilanden werd het schip op 2 augustus 1943 overvaren door een Japanse cruiser en zonk. Kennedy wist echter zijn mannen te redden. De overlevenden zwommen naar een nabijgelegen eiland en wist daar een aantal dagen te overleven op kokosnoten. Kennedy zou hiervoor de Navy and Marine Corps Medal ontvangen. John zou diverse kwalen aan dit avontuur overhouden en ging ook gebukt onder enorme rugklachten. Als er geen camera's in de buurt waren liep hij dan ook vaak op krukken.

John zat er over te denken om schrijver te worden of leraar maar nadat zijn broer Joseph in 1944 om het leven gekomen was besloot John om toch voor een politieke loopbaan te gaan. In 1946 werd Kennedy gekozen tot Afgevaardigde voor het Congres van Massachusetts. Het congres is een instituut dat je het beste zou kunnen vergelijken met onze Tweede Kamer. Zes jaar later zou Kennedy worden verkozen tot senator. In 1956 wordt het boek Profiles in Courage van John F. Kennedy gepubliceerd. Het boek ging over Amerikaanse senatoren die met gevaar voor hun loopbaan standpunten innamen die afweken van die van hun partij. Kennedy zou met het boek de Pulitzerprijs winnen.

In 1948 had John op een bruiloft van een vriend ene Jacqueline Lee Bouvier ontmoet. In 1951 was Jackie verloofd met de jonge effectenmakelaar John Husted maar de relatie hield geen stand en in de winter van datzelfde jaar kwam ze Kennedy weer tegen. De vonk sloeg over en op 12 september 1953 stapten John en Jacky in het huwelijksbootje in Newport, Rhode Island. Het huwelijk ging niet zonder slag of stoot. Naast de al eerder genoemde gezondheidsproblemen had John ook een aantal verhoudingen buiten zijn huwelijk welke zorgvuldig uit de openbaarheid werden gehouden. Zo gingen er onder meer verhalen over een relatie tussen John en de beroemde actrice Marilyn Monroe, maar daar is nooit echt hard bewijs voor geleverd. In 1956 werd Jackie voor de eerste keer zwanger. Het zou een meisje worden dat ze Arabella noemden maar ze kreeg een miskraam. Een jaar later zou dochter Caroline geboren worden.

Uit de Leeuwarder Courant van 16 mei 1960
Uit de Leeuwarder Courant van 16 mei 1960

De Amerikaanse presidentsverkiezingen

In januari 1960 maakte John F. Kennedy bekend mee te doen aan de race voor het Amerikaanse presidentschap. Enkele weken voor het begin van de presidentiële campagne werd Jacqueline zwanger. Daar ze al eerder een miskraam had gehad hielp ze vanuit het Witte Huis door post te beantwoorden, promotiespotjes op te nemen voor de televisie en ook schreef ze Campaign Wife, een column in een krant die door het hele land verspreid werd. Tijdens de campagne werd in vijf weken tijd zo'n 45000 kilometer afgelegd en werden er 150 speeches gegeven in 26 Amerikaanse staten.

Uit de Leeuwarder Courant van 12 november 1960
Uit de Leeuwarder Courant van 12 november 1960

Bij de spannendste verkiezingen sinds 1916 won Kennedy met slechts een half procent verschil van zijn republikeinse opponent Richard Nixon. John F Kennedy werd daarmee de 35e en tevens jongste president die Amerika ooit had gehad. Ook was hij de allereerste katholiek die in het Witte Huis ging wonen. Vanaf het begin van Kennedy's presidentschap speelde de Koude Oorlog een grote rol. Begin januari 1961 had de Sovjet premier Nikita Chroesjtsjov namelijk bekendgemaakt dat 'nationale bevrijdingsoorlogen' in Vietnam, Cuba en elders op volledige steun van de Sovjet-Unie konden rekenen.

Bij zijn inaugurele rede refereerde Kennedy aan deze situatie met de volgende woorden: "Tenslotte, aan de landen die de vijandschap tegen ons verkiezen, geven we geen gelofte maar een verzoek: dat beide partijen opnieuw een zoektocht voor vrede starten, voordat de duistere vernietigende krachten die door de wetenschap blootgelegd worden de gehele mensheid in een geplande of toevallige zelfverwoesting verzwelgen. Wij mogen hen niet in verleiding brengen met zwakte. Want alleen wanneer onze wapens zonder enige twijfel toereikend zijn, kunnen we er zeker van zijn dat ze nooit zullen worden ingezet." De speech werd het meest bekend door de volgende uitspraak, die Kennedy aan het Amerikaanse volk deed: "Mijn mede-Amerikanen: vraag niet wat uw land voor u kan doen - vraag wat u kan doen voor uw land."

Uit de Telegraaf van 21 januari 1961
Uit de Telegraaf van 21 januari 1961

Het presidentschap van John F. Kennedy

Toen John F. Kennedy president van Amerika werd heerste er nog veel racisme in vooral de zuidelijke staten van het land. Hij wou een einde maken aan de rassenscheiding en zorgde ervoor dat onder het bewind van de jonge president kleurlingen niet meer op hoefden te staan in de bus voor blanken. Na de oubollige Dwight en Mamie Eisenhower had het Witte Huis weer allure gekregen met de komst van de Kennedy's Kennedy's presidentschap begon in een economisch voorspoedige tijd. Al in de eerste tien dagen van zijn presidentschap kreeg Kennedy ook met minder gemakkelijke zaken te maken. Zo werd het idee geopperd om met Amerikaans geld en personeel de Zuid-Vietnamese strijdmachten uit te breiden met 20.000 militairen en 32.000 paramilitairen. De Amerikaanse inmenging in de Vietnamese burgeroorlog werd steeds intensiever en begin 1963 zouden er al zo'n 17.000 Amerikaanse militairen in Vietnam aanwezig zijn.

Uit de Leeuwarder Courant van 28 juli 1961
Uit de Leeuwarder Courant van 28 juli 1961

Terwijl Kennedy in februari 1962 aangaf dat er 'geen gevechtstroepen in de gebruikelijke betekenis van het woord' naar Vietnam waren gestuurd, bleek de werkelijkheid toch anders in elkaar te steken. Zo hield de Amerikaanse krijgsmacht in Vietnam zich bezig met troepentransport, opleiding van Zuid-Vietnamese manschappen, luchtsteun bij anti-guerrilla-acties en ontbladering van bossen door middel van Agent Orange en andere chemische rommel. In het  eerste ambtsjaar van Kennedy zouden er in Vietnam 14 Amerikaanse doden te betreuren zijn, in het daaropvolgende jaar waren het er al 109.

Kennedy had ondertussen ook problemen met het communistische Cuba, dat vanaf 1958 onder het bewind van Fidel Castro was gekomen. Castro was een fervent tegenstander van het democratische Amerika en was financieel afhankelijk van de Sovjet-Unie. Nadat de Russen dan ook nog eens nucleaire raketinstallaties op Cuba had geplaatst was voor Kennedy de maat vol. De wereld stond aan de vooravond van een globale nucleaire oorlog, maar ontkwam aan de strijd met massavernietigingswapens door een oproep van Kennedy aan de Russische president Chroesjtsjov op te stoppen met de opbouw van kerninstallaties op Cuba. Ook kondigde hij een embargo aan rondom Cuba tegen de leveringen van nieuw Sovjet-materiaal. Vier dagen later stuurde Chroesjtsjov een telegram waarin hij aangaf dat de Sovjet-Unie bereid was om hun handen van Cuba af te trekken zolang Amerika het land niet binnen zou vallen. Hiermee liep de situatie, die was ontstaan uit de mislukte invasie in de Varkensbaai op Cuba, met een sisser af.

Wanneer Chroesjtsjov laat merken dat hij van de bezettingsmachten in West-Berlijn af wil staat de Amerikaanse president wederom voor een uitdaging. Het is aan Kennedy om te laten merken dat de Russen niet met een lichtgewicht president te maken hebben. Elke week waren er duizenden mensen die naar het Westen op de vlucht gingen, waardoor de Duitse Democratische Republiek een ernstig tekort aan geschoolde arbeiders kreeg. Kennedy bracht een bezoek aan West-Berlijn waarbij hij zijn beroemde 'Ich bin ein Berliner'-speech hield. Na een zomer vol dreigende spanning kwam er een einde aan de crisis met de bouw van de beruchte Berlijnse muur door de Sovjets.

In augustus 1962 had Kennedy de Foreign Assistance Act getekend waarmee Amerika beloofde om landen te hulp te schieten die bedreigd werden door het oprukkende communisme. In januari 1963 mocht Amerika zijn woord waar maken toen er opstanden uitbraken in Zuid-Vietnam en een aantal boeddhistische monniken zichzelf uit protest in de brand steken. De gehele wereld reageert geschokt. Nadat er een staatsgreep in het politiek instabiele Zuid-Vietnam heeft plaatsgevonden krijgt de Vietcong nog meer greep op het door de oorlog geteisterde land en bevolking.

Kennedy en de burgerrechten in Amerika

Toen Kennedy en Nixon in 1960 aan hun race voor het presidentschap begonnen, hadden ze beiden rassendiscriminatie op de agenda staan. Toen Amerika in 1961 in de ban raakte van allerlei rassenrellen schoof John zijn verantwoordelijkheid af op zijn broer Robert. In mei 1961 trokken bussen vol blanke en zwarte activisten, de zogenaamde Freedom Riders, vanuit het zuiden van Amerika tot aan New Orleans, om actie te voeren. Bij aankomst in de staten Mississippi en Alabama werden de buspassagiers in elkaar geslagen en de bussen in de fik gestoken. De druppel die de emmer deed overlopen was toen september gouverneur Ross Barnett persoonlijk de zwarte student James Meredith toegang weigert tot de staatsuniversiteit. Er braken felle rellen uit en de federale troepen moesten er aan te pas komen om de orde te handhaven. Kennedy moest met een duidelijke wetgeving komen maar vreesde voor een woede-uitbarsting in het zuiden.

Uit de Leeuwarder Courant van 23 mei 1961
Uit de Leeuwarder Courant van 23 mei 1961

Ondertussen waren er steeds vaker demonstraties in Birmingham van de burgerrechtenbeweging, geleid door Martin Luther King. Op de televisie waren beelden te zien van kinderen die met brandslangen van schoolpleinen werden afgespoten en die gebeten werden door politiehonden. Het duurde dan ook niet lang voordat de rellen ook oversloegen op andere grote steden. Op 11 juni sprak Kennedy het volk toe over het 'negerprobleem' in Amerika. De complete tekst van die Civil Rights-speech is hier terug te lezen.

Rassenscheiding werd verboden in restaurants, winkels, zwembaden en andere openbare gelegenheden, maar in werkelijkheid veranderde er niet veel. Er volgden alleen nog maar meer demonstraties die ook steeds radicaler werden. Zo moest Martin Luther King plaats maken voor jonge radicalen zoals Malcolm X en The Black Muslims. Als Robert Kennedy dan ook nog een poging doet om de nieuwe wetsvoorstellen af te zwakken ten gunste van de zuidelijke staten laait de woede helemaal op. Op 28 augustus 1963 dreigt een massale demonstratie in Washington gigantisch uit de hand te gaan lopen maar Kennedy weet de leiders zover te krijgen dat het protest rustig verloopt. Bij het Lincoln monument, opgericht ter nagedachtenis van de afschaffing van de slavernij, geeft Martin Luther King zijn wereldberoemde speech: "I have a dream that my four little children will one day live in a nation where they will not be judged by the color of their skin, but by the content of their character. I have a dream!"

De presidentsverkiezingen van 1964

In november 1963 begon Kennedy aan de verkiezingen van het daaropvolgende jaar. De kiezers moesten weer bezocht worden en Kennedy besloot om zijn campagne te laten beginnen in de staat Texas, omdat hij daar de vorige keer tegenvallende cijfers had gescoord. Na een succesvol bezoek aan de steden Houston en San Antonio, bezocht hij op 22 november 1963 de stad Dallas. Wat er allemaal op die dag gebeurde leest u morgen in het tweede deel van FOK!toen over John F. Kennedy.