Vakbond voorwaardelijk achter Mali-missie

De militaire vakbond AFMP vindt een militaire bijdrage aan de vredesmissie van de Verenigde Naties in Mali een prima politieke keuze. Wel moet er voldoende capaciteit zijn om de veiligheid van de militairen te waarborgen, zegt voorzitter van de vakbond Anne-Marie Snels zaterdag.

Een missie in Mali kan volgens Snels een 'mooie testcase' zijn voor Defensie, dat ondanks de bezuinigingen denkt dergelijke internationale missies goed te kunnen uitvoeren. De militaire vakbond vindt het wel belangrijk dat er voldoende capaciteit naar het land gaat. "We willen geen herhaling van Srebrenica", aldus de voorzitter.

Ook wil Snels dat de regels voor uitzendbescherming in acht worden genomen. Dat betekent dat militairen na een uitzending van vier of zes maanden een twee keer zo lange periode, wat dus neerkomt op acht of twaalf maanden, niet op uitzending is.

De Volkskrant schreef zaterdag dat het kabinet een militaire bijdrage wil leveren aan de VN-vredesmissie in Mali. Nederland zou onder meer commando's en Apaches naar het Afrikaanse land willen sturen. Over deelname aan de missie is lang getwijfeld. Daardoor zouden de 'makkelijke klussen', zoals het trainen van Malinezen in een ommuurd kamp, al vergeven zijn aan andere landen. Om reputatieschade door de besluiteloosheid te herstellen zou Nederland een veel gevaarlijkere bijdrage overwegen.

Snels heeft nog niet met het ministerie van Defensie over de personele aspecten van de missie gesproken. Het plan wordt volgens de Volkskrant over twee weken besproken in de ministerraad. Tot die tijd willen de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie er niets over zeggen.