Executie Indonesiërs 1946 opgebiecht na overlijden

Een eenheid van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) heeft in 1946 op West-Java 34 Indonesiërs standrechtelijk geëxecuteerd. Dat heeft de destijds 25-jarige commandant van de eenheid bekend aan Trouw, onder voorwaarde dat het verhaal pas na zijn overlijden naar buiten komt. De executie zou nooit zijn gerapporteerd.

Sergeant M., wiens naam niet in de krant wordt vermeld omdat hij nog nabestaanden in Indonesië heeft wonen, gaf de opdracht tot executie vanwege de verdenking van ontvoering van twee vrouwen. In het archief van het bataljon in het Nederlands Instituut voor Militaire Historie is geen vermelding van de actie te vinden. "Ik heb er destijds niks meer van gehoord en mijn manschappen voor zover ik weet ook niet. We hebben destijds afgesproken om het stil te houden", aldus de sergeant.

Vorige week bood de Nederlandse ambassadeur in Indonesië in Jakarta namens de Nederlandse regering excuses aan vanwege de executies tijdens het militair optreden in de periode tussen 1945 en 1949. Familieleden van weduwen uit Zuid-Sulawesi, die zelf te oud zin om te reizen, woonden de bijeenkomst bij. Dinsdag bracht de ambassadeur alsnog een bezoek aan Zuid-Sulawesi. Bij de besloten ceremonie waren drie weduwen en een familielid aanwezig.