Een op drie kinderen met auto naar school gebracht

Hoewel slechts drie procent van de kinderen meer dan twee kilometer van zijn basisschool woont, wordt een derde door de ouders met de auto naar school gebracht. Ouders vinden het te gevaarlijk om hun kinderen al dan niet begeleid te voet of op de fiets naar school te laten gaan, concludeert het Kennisplatform Vervoer en Verkeer uit een onderzoek bij meer dan 180 scholen.

Ouders denken volgens het platform onterecht dat het verkeer minder veilig is geworden. Het aantal dodelijke ongevallen met kinderen tussen de 5 en 14 jaar neemt geleidelijk af. In 1990 kwamen er nog 85 om in het verkeer en in 2009 was dit 35. Toch worden kinderen steeds vaker naar school en clubjes gebracht of mogen ze alleen onder toezicht buitenspelen. Kinderen hebben zelf een realistischere kijk op de verkeersveiligheid, stelt het platform.

Dat kinderen naar school worden gebracht, brengt volgens de onderzoekers veel problemen met zich mee. Uiteindelijk moeten ze op de middelbare school toch zelf gaan fietsen en dan vaak ook nog over een veel langere afstand, terwijl ze dan nauwelijks eigen ervaring in het verkeer hebben opgedaan. Ook bouwen ze minder conditie op, worden ze minder lenig en kampen ze meer met overgewicht als ze worden gebracht.

Verder is er minder tijd voor het oplossen van ruzietjes met andere kinderen, omdat ze na school meteen worden opgehaald. Daarnaast hebben ze minder contact met buurtgenootjes. Ook zou het veiliger zijn als er minder parkeerdrukte is bij de school, maar die parkeerdrukte is voor veel ouders ook gelijk de reden om hun kind naar school te brengen.

Een van de oplossingen die het platform aandraagt is het afschaffen van het fietsverbod dat veel basisscholen hebben. Als de fietsenstalling weinig ruimte heeft mogen kinderen die binnen een kilometer van school wonen vaak niet met de fiets komen om ruimte te besparen. Hierdoor zouden veel ouders zich gedwongen voelen hun kinderen met de auto te brengen.