Corruptieonderzoek kost Chinese oliebaron baan

De baas van het Chinese energieconglomeraat CNPC, Jiang Jiemin, is de wacht aangezet. Hij wordt in verband gebracht met corruptie. Dat heeft persbureau Xinhua dinsdag gemeld. Jiang zou te nauwe banden hebben gehad met de in ongenade geraakte politicus Bo Xilai. Eerder werden al vier directeuren van CNPC en dochteronderneming PetroChina ontslagen.

Tegen CNPC (China National Petroleum Corp.) is een omvangrijk corruptieonderzoek ingesteld. De strijd tegen corruptie is een van de speerpunten van het presidentschap van Xi Jinping. Niet alleen de mindere goden moeten zich zorgen maken, ook de hoogste partijleden komen aan de beurt. Jiang stond bijvoorbeeld niet alleen aan het hoofd van een van de invloedrijkste bedrijven in het land, maar was ook lid van het tweehonderd leden tellende Centrale Comité van de Communistische Partij.

Jiang liet de CNPC olieraffinaderijen aanleggen op plekken waar Bo de scepter zwaaide om Bo's 'politieke prestaties' op te vijzelen, meldde de gezaghebbende krant 21st Century Business Herald.

"De staatsconglomeraten zijn rijken in zichzelf. Ze hebben te veel geld en te veel macht", zei Willy Lam, deskundige op het gebied van partijpolitiek aan de Chinese Universiteit van Hong Kong. "Dit kan een teken zijn dat Xi Jinping en (premier, red.) Li Keqiang proberen hen in het gareel te krijgen en de teugels van de conglomeraten strakker aan te halen."