Arabische Liga dringt aan op ingrijpen in Syrië

De Arabische Liga heeft de internationale gemeenschap en de Verenigde Naties zondag opgeroepen op te treden tegen het Syrische regime vanwege de vermoedelijke gifgasaanval in Damascus vorige maand. De ministers van buitenlandse zaken van de Liga zeiden na een vergadering in Caïro dat van dergelijk ingrijpen een 'afschrikkende' werking moet uitgaan, schrijft Al-Jazeera.

De Liga zei dat het Syrische regime van president Bashar Assad verantwoordelijk was voor de aanval, die op 21 augustus aan honderden mensen het leven kostte. "De VN en de internationale gemeenschap worden opgeroepen hun verantwoordelijkheid te nemen - in lijn met het VN-handvest en internationale wetten - door de nodige afschrikkende maatregelen te treffen." De ministers zeiden ook dat de mensen die verantwoordelijk zijn voor het gebruik van chemische wapens moeten worden berecht, zoals andere 'oorlogsmisdadigers'.

Saudi-Arabië en de Syrische oppositie hadden er eerder bij de Liga op aangedrongen een Amerikaanse aanval op het Syrische regime te steunen. De Saudische minister Saud al-Faisal zei bij de vergadering dat 'verzet tegen internationaal optreden het regime alleen maar aanmoedigt verdere misdaden te begaan'. De leider van de Syrische Nationale Coalitie, het belangrijkste oppositieverbond, zei dat de 'oorlogsmachine' van Assad moet worden gestopt.

De oproep van de Liga is niet unaniem. Enkele invloedrijke landen, waaronder Algerije, Egypte, Irak, Libanon en Tunesië zijn tegen militaire interventie in Syrië. De Egyptische minister van buitenlandse zaken Nabil Fahmy liet weten dat zijn regering tegen 'elke vorm van agressie in Syrië' gekant is.

De Verenigde Staten zeggen bewijs te hebben dat het regime van Assad achter de gifgasaanval zat. Volgens Washington vielen bij de aanval meer dan veertienhonderd doden, onder wie honderden kinderen. Hulporganisaties schatten het dodental lager in. Artsen zonder Grenzen spreekt van 355 doden.

De Syrische regering ontkent in alle toonaarden en wijst met de beschuldigende vinger naar de rebellen.