Japanse krijgsmacht laat tanden zien

Japan heeft met een grote legeroefening laten zien waartoe zijn krijgsmacht in staat is. Aan de voet van de iconische berg Fuji sloegen 2400 militairen, dertig vliegtuigen en tachtig tanks en pantservoertuigen een fictieve aanval vanuit zee af, terwijl duizenden mensen het schouwspel van een afstandje gadesloegen.

Japan kan de 'groeiende onzekerheden' in de regio aan en is in staat zijn grondgebied te verdedigen, zei minister van defensie Itsunori Onodera.

Japan en China liggen op ramkoers over de eigendomsrechten op een groepje kleine eilanden in de Oost-Chinese Zee. Het geschil heeft er in Tokyo toe geleid dat de behoefte aan een sterker en assertiever leger groeit. Japan wil vaker gaan deelnemen aan internationale vredesmissies, de strijd tegen piraterij en bilaterale activiteiten met bondgenoten. Dat is een flinke verschuiving met de huidige taken van de krijgsmacht.

Na de Tweede Wereldoorlog, waarin Japan de rol van agressor speelde, werd in de Japanse grondwet verankerd dat de Japanse strijdkrachten zich alleen mogen richten op de verdediging van het land en slechts bij hoge uitzondering en door strenge regels ingeperkt kunnen worden ingezet in buitenlandse conflictgebieden.