Europese schuldenlast groeit

De gemiddelde staatsschuld van de landen uit de eurozone is in de eerste drie maanden van dit jaar opgelopen tot ruim 92 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Een kwartaal eerder bedroeg de staatsschuld nog ruim 90 procent van het bbp. Dat meldt het Europese bureau voor de statistiek Eurostat maandag.

In absolute cijfers komt de gezamenlijke staatsschuld van de zeventien eurolanden uit op 8750 miljard euro. De schuld van alle 27 lidstaten van de Europese Unie groeide in het eerste kwartaal naar meer dan elf biljoen euro, ongeveer 86 procent van het bbp. In het vierde kwartaal was dit nog iets meer dan 85 procent.

De Nederlandse schuldenlast ligt nog altijd fors lager dan gemiddeld in de eurozone. De staatsschuld van Nederland steeg de eerste drie maanden van dit jaar naar 72 procent van het bbp, vergeleken met 71,3 in het vierde kwartaal. Nederland heeft nu bijna 430 miljard euro aan schulden uitstaan.

Verhoudingsgewijs de grootste staatsschuld is die van Griekenland, met ruim 160 procent van het bbp. Ook Italië en Portugal hebben met respectievelijk 130 en 127 procent in verhouding een hoge schuld. In Estland is de schuld het laagst, met tien procent van het bruto binnenlands product.