Criminele infiltrant is gewoon nodig

Politie en justitie mogen mogelijk onder zeer strikte voorwaarden weer criminele burgerinfiltranten gaan inzetten bij de opsporing. Minister Ivo Opstelten zei vrijdagmiddag na de ministerraad dat deze door hem voorgestelde uitbreiding van het 'instrumentarium' tegen de georganiseerde criminaliteit 'gewoon nodig' is.

Sinds de IRT- affaire begin jaren 90 is het gebruik van criminele burgerinfiltranten verboden. Infiltranten voerden toen onder de ogen van politie drugs door. De zaak leidde tot het aftreden van twee ministers en een parlementaire enquête. Opstelten zei dat politie en justitie sindsdien flink geprofessionaliseerd zijn. Ook is er meer sturing mogelijk, doordat er nu nog maar één korps is.

Het middel mag alleen worden ingezet als de zaak het waard is. De beslissing om dat te doen zal uiteindelijk ook bij de minister zelf liggen. Ook het college van procureurs-generaal en een speciale rechter-commissaris gaan eraan te pas komen. "Het moet allemaal ontzettend precies zijn", aldus de minister. Een infiltrant moet ook alleen doen waarvoor hij op dat moment wordt ingezet, hij mag niet met een zaak 'meegroeien'.

De burgerinfiltrant kan als een kroongetuige helpen bij het opsporen van criminele activiteiten en zorgen voor aanvullend bewijs. Er wordt nu ook gekeken naar verruiming van de mogelijkheden tot strafvermindering voor zo iemand en het kan ook zijn dat hij financieel wordt geholpen als de omstandigheden zich daarvoor lenen. Maar er wordt geen informatie gekocht, aldus Opstelten.

Premier Mark Rutte noemde het later "allemaal niet ideaal, maar als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar als het gaat." Het is nu eenmaal 'noodzakelijk' om toegang te krijgen tot de 'zeer gesloten bolwerken' in de georganiseerde criminaliteit.