Erdogan: geduld raakt op

De Turkse premier Recep Tayyip Erdogan heeft zondag in een reeks toespraken tot zijn aanhangers een steeds hardere toon aangeslagen tegen de betogers die al tien dagen demonstreren tegen zijn regering. Hij zei dat zijn geduld met de demonstranten opraakt en dat degenen die de overheid niet respecteren, daarvoor zullen boeten.

De steeds fellere toon van Erdogan verhit de gemoederen in Turkije, met tienduizenden antiregeringsbetogers in de grootste stad, Istanbul en duizenden in de hoofdstad Ankara. Op twee plaatsen, waaronder zaterdagavond in de zuidelijke stad Adana, kwam het al tot botsingen tussen aanhangers van Erdogan en betogers. De premier heeft aangekondigd volgend weekeinde zijn aanhangers op de been te willen brengen in Ankara en Istanbul.

Sinds 31 mei hebben in 78 Turkse steden demonstraties plaatsgevonden tegen de regering. Aanleiding was gewelddadig politieoptreden tegen een vreedzame betoging tegen de herontwikkeling van het Taksimplein en het Gezi-park. De demonstraties zijn later uitgegroeid tot een breder protest tegen het steeds autocratischer optreden van Erdogan, die al tien jaar aan de macht is en nu zijn conservatieve, religieuze mores zou willen doordrukken. Bij de botsingen zijn twee demonstranten en een politieman omgekomen en zijn volgens mensenrechtengroepen meer dan 4300 mensen gewond geraakt.

"Wij hebben geduld getoond, maar ons geduld heeft zijn grenzen", zei Erdogan zondag tegen duizenden aanhangers van zijn partij, die hem op de luchthaven van Ankara opwachtten. Als een politicus op campagnetoer hield hij toespraak op twee vliegvelden, bij een sporthal, in twee wijken en vanaf een brug, alvorens te vertrekken naar het hoofdkantoor van zijn partij. Steeds weer hamerde hij er op dat zijn geduld ten einde loopt. Ook maakte hij de demonstranten opnieuw uit voor 'capulcu', of vandalen.

Erdogan houdt vol dat de protesten bedoeld zijn om een regering die meer dan vijftig procent van de stemmen heeft gekregen te ondermijnen. Hij zei dat zijn toekomst bij de stembus wordt bepaald en niet op straat. "Het zijn niet deze randgroepen, maar de mensen die ons ter verantwoording zullen roepen en zij zullen dat doen in het stemhokje."