Senaat maakt einde aan definitieve vrijspraak

Mensen onherroepelijk vrijgesproken van ernstige misdrijven zoals moord, kunnen voortaan opnieuw worden vervolgd als twijfel ontstaat over hun onschuld. De Eerste Kamer heeft dinsdag ingestemd met een wetsvoorstel hiertoe van minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD). Met een nipte meerderheid (36 tegen 35) nam de senaat na een hoofdelijke stemming de zogeheten Wet herziening ten nadele aan.

Onder meer regeringspartij PvdA, GroenLinks en D66 stemden tegen de wet. Zij vinden dat met de wet het principe wordt ondergraven dat mensen niet twee keer voor hetzelfde feit kunnen worden veroordeeld. Ook zouden te veel misdrijven onder de wet vallen. Daarmee begeeft Nederland zich op een 'hellend vlak', zei de SP.

Ook regeringspartij VVD eiste een toezegging van Opstelten over de reikwijdte van de wet. Daarom werd het debat kort heropend. De bewindsman zegde toe dat hij via een aanwijzing aan het Openbaar Ministerie zal regelen dat alleen misdrijven waarbij de dader opzettelijk de dood van een ander heeft veroorzaakt, onder de wet vallen.

Dit stuitte op forse kritiek bij een groot aantal partijen. Zo vind de PvdA dat zo'n inperking duidelijk in de wet moet worden vastgelegd. De regeringspartij toonde zich 'onaangenaam getroffen' door de gang van zaken. Hans Engels (D66) noemde de route via een aanwijzing aan het OM 'buitengewoon dubieus'. De wetgever moet geen enkele twijfel laten bestaan over de reikwijdte van de wet, zei hij.

Een meerderheid stemde echter voor de wet. Behalve de VVD waren dat onder meer PVV en ChristenUnie en een aantal CDA'ers.

Een zogeheten herziening ten nadele is alleen mogelijk onder bepaalde voorwaarden. Zo moet er na de definitieve vrijspraak nieuw bewijs komen of er moet bewijs zijn waarover de rechter tijdens de berechting geen beschikking had. Verjaarde zaken komen niet in aanmerking.