Dijsselbloem hekelt heksenjacht om SNS-salarissen

De toon van de discussie over de beloningen bij SNS Reaal gaat 'erg ver'. Dat vindt minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA). "Er was bijna sprake van een heksenjacht", zei hij woensdag in het debat over de nationalisatie van de bank en verzekeraar. "Laat mensen alsjeblieft heel."

In de media klonk de afgelopen week veel verontwaardiging over de bonus die voormalig SNS-topman Sjoerd van Keulen ontving nadat hij in 2006 de vastgoedportefeuille kocht die de bank later aan de rand van de afgrond bracht. Journalist Jelle Brandt Corstius riep mensen op om Van Keulen te bestoken met e-mails om de bonus terug te eisen en De Telegraaf publiceerde op de voorpagina een foto van de riante villa van Van Keulen.

De mogelijkheden om de SNS-top aansprakelijk te stellen of via juridische wegen de bonus terug te vorderen zijn uiterst beperkt, zei Dijsselbloem. Heel misschien kan dit via het burgerlijk wetboek, maar dan moet er wel worden aangetoond dat de bonus op verkeerde gronden werd uitgedeeld. "Temper uw verwachtingen", zei Dijsselbloem.

De nieuwe topman van SNS, Gerard van Olphen, gaat 550 duizend euro per jaar verdienen. De Kamer nam Dijsselbloem hierover onder vuur, maar die verdedigde de beloning. "Ik wil een vakman vinden. Iemand met ervaring, een gedegen banker die zijn vak verstaat", zei de minister.

Volgens GroenLinks-Kamerlid Jesse Klaver koppelt Dijsselbloem ten onrechte kwaliteit aan salaris. Hij wees er op dat de Dijsselbloem zelf ook een stuk minder verdient en toch ook een verantwoordelijke baan heeft. "Ik kan geen bank leiden", antwoordde Dijsselbloem. "Daar heb ik de expertise niet voor. Dat zou onverantwoord zijn." Volgens hem is Van Olphen, die overigens bijna een miljoen in salaris achteruit gaat, de meest geschikte persoon om van SNS weer een gezond bedrijf te maken.

"Laten we van Van Olphen niet de boeman maken", zei de bewindsman. "Salarissen bij staatsdeelnemingen liggen vaak boven de balkenendenorm. Als de Kamer daar een discussie over wil voeren is dat prima, maar dat moeten we nu niet ad hoc doen.