De Jager: ontslag bij weigeren bankierseed

Bankiers die weigeren de bankierseed af te leggen, zouden moeten worden ontslagen. Dat zei minister van Financiën Jan Kees de Jager (CDA) maandag tijdens een overleg in de Tweede Kamer.

De bewindsman benadrukte dat het om zijn eigen opvatting gaat. Het is uiteindelijk aan ondernemingen en de rechter te bepalen of ontslag in die situaties aan de orde is. "Ik kan me voorstellen dat het ontslag kan betekenen", zei De Jager echter. Voor beleidsbepalers en commissarissen betekent het sowieso ontslag, omdat de eed bij hen is gekoppeld aan een zogeheten geschiktheidstoetsing.

De minister nam verder onduidelijkheden over de reikwijdte van de eed weg. Iedereen die bij een financiële instelling werkt moet de eed afleggen, een verklaring waarin wordt beloofd om integer en zorgvuldig te werken. Uitgezonderd zijn wel schoonmakers, cateraars of baliemedewerkers die alleen mensen doorverwijzen.

De eed geldt dus van 'hoog tot laag' en bankiers moeten die afleggen ten overstaan van iemand met een hogere functie. Als het aan De Jager ligt, is dat een gezichtsbepalend lid van de raad van bestuur.

Op verzoek van de Kamer zegde De Jager verder toe dat hij zal laten onderzoeken welke sancties mogelijk zijn als bankiers de eed aan hun laars lappen. De bewindsman denkt daarbij aan strafrechtelijke maatregelen of een tuchtcollege. Hij wil echter eerst het onderzoek afwachten, voordat hij met concrete voorstellen komt.

De bewindsman zei verder dat de invoering van de eed geen symboolwetgeving is. De maatregel is onderdeel van een breder pakket dat een cultuuromslag in de sector moet bevorderen, maar de eed kan daar zeker aan bijdragen. De Jager refereerde daarbij aan de eed die ambtenaren moeten afleggen. Zeker voor beginnende ambtenaren is het indrukwekkend wanneer zij de eed afleggen ten overstaan van een topambtenaar, aldus de Jager. "Het heeft impact."