Sancties eisen hun tol in Iran

De westerse sancties tegen Iran beginnen in het dagelijks leven van veel Iraniërs hun tol te eisen. De prijzen van geïmporteerde goederen - of het nu gaat om koelkasten uit Zuid-Korea of Turkse crackers - zijn in veel gevallen verdubbeld ten opzichte van vorig jaar. Daar komt bij dat de waarde van de Iraanse munteenheid is gedaald.

De gaten die door de strafmaatregelen zijn gevallen worden gevuld door import uit China. "Je vindt nog steeds wat je zoekt", zegt Hasan Alaei, importeur van voedingsmiddelen. "Het probleem is dat de kosten voor de import zijn verhoogd als gevolg van de sancties en de wisselkoersen."

Bij witgoedzaken, supermarkten, autodealers en de grote bazaar van Teheran zijn de gevolgen van de sancties tegen het Iraanse atoomprogramma het meest zichtbaar, ook nu de Verenigde Staten en Europa het met hun nieuwe strafmaatregelen gemunt hebben op de cruciale Iraanse olie-export.

Volgens het regime is de vraag naar olie in Azië voldoende om het effect van het olie-embargo teniet te doen, maar op de markten en in de winkels groeit de onvrede. Die onvrede kan tot uitdrukking komen in de parlementsverkiezingen van 2 maart en de regerende elite onder druk zetten.

Tot dusverre geniet de regering de steun van veel Iraniërs voor het atoomprogramma en wordt de onmin over de dubbele standaard die het Westen hanteert, namelijk dat de nucleaire aspiraties van Iran wel, maar die van Israël niet worden bestreden, binnen alle lagen van de bevolking gedeeld.

Een eroderende economie kan er echter toe leiden dat de steun voor de uitdagende stellingname van het bewind van binnen wordt uitgehold. "De toenemende economische crisis kan Irans meest kwetsbare punt worden", stelt Patrick Clawson, directeur onderzoek van het Washington Institute for Near East Policy. "Het is één ding om je tegen de wereld te verzetten. Het is iets anders om de druk van binnenuit te voelen."

Het eerste craquelé vertoont zich al in de beschermende schil rond het islamitische systeem die wordt gevormd door de Iraanse koopmansklasse. Importeurs gaan gebukt onder de geïmplodeerde munt, terwijl buitenlandse toeleveranciers steeds terughoudender worden om handel te drijven via de Iraanse centrale bank. Hieruit komt voort dat bankgaranties en kredietverstrekking nauwelijks meer worden geaccepteerd, waardoor handelaren alleen nog maar genoegen nemen met contant geld.