Schotland zoekt naar steun voor zelfbestuur

Eeuwenlang was Schotland onafhankelijk, een koninkrijk dat de Engelse binnendringers keer op keer op bloedige wijze de deur wees. Het is het land van Robert the Bruce, William Wallace en de vrijbuiter Rob Roy MacGregor - de Schotse Robin Hood.

In 1707 gingen Engeland en Schotland op in Groot-Brittannië en deelden zij een monarch, een munteenheid en een regering in Londen. Een moderne, vreedzame beweging denkt na tientallen jaren voorbereiding dat haar doel - Schotse onafhankelijkheid - eindelijk weer binnen bereik is.

De Schotse autoriteiten maakten afgelopen week bekend dat er in 2014 een referendum over onafhankelijkheid wordt gehouden. In Stirling, een stadje dat diverse malen het toneel was van de strijd tussen Engelse en Schotse legers, staan de mensen te popelen.

"Dit is een prachtige tijd, een opwindende tijd", zegt Gillian Leathley-Gibb, eigenaar van een souvenirwinkel met sjalen, doeken en kleding - alles in Schotse ruit. "We gingen met hen over de grens een huwelijk aan. Nu is het tijd voor de scheiding."

De Schotse geschiedenis is sinds millennia verstrengeld met die van zijn zuiderbuur. Desondanks klagen Schotten vaak steen en been over de bemoeienis van Londen in hun aangelegenheden.

Schotten zien zichzelf het liefst als onafhankelijke en wilskrachtige mensen die zich al eeuwen verzetten tegen de Engelse onderdrukking en als gepassioneerde Kelten die zich afkeren van hun stijve Angelsaksische buren.

Hoewel de twee landen al driehonderd jaar een regering delen en de oud-premiers Tony Blair en Gordon Brown Schotten zijn - de voorvaderen van huidig premier David Cameron komen ook uit Schotland - liggen de eeuwenoude verhalen van Engelse bruutheid en Schots verzet nog steeds gevoelig. Ieder Schots schoolkind leert over Bannockburn, enkele kilometers van Stirling, waar de Schotse koning Robert the Bruce in 1314 het binnenvallende Engelse leger versloeg en tijdelijk de Schotse onafhankelijkheid won.

In 1997 verwierven de Schotten na een referendum aanzienlijke autonomie. In Edinburgh zetelt sindsdien het Schotse parlement dat tal van bevoegdheden van Londen heeft overgenomen. De Schotse Nationale Partij (SNP), voorstander van onafhankelijkheid, is de grootste partij in de volksvertegenwoordiging en heeft de Schotse bevolking een nieuw referendum over Schotse onafhankelijkheid in het vooruitzicht gesteld.

De Britse premier Cameron gooide deze week olie op het vuur door te zeggen dat alleen de Britse regering in Londen de macht heeft om een juridisch bindende stemming uit te schrijven. Hij zei hiertoe bereid te zijn, zolang het referendum aan bepaalde voorwaarden voldoet, zoals een eenvoudige ja-nee-vraag en een vroege stemdatum om een einde te maken aan de onzekerheid over de toekomst van het land.

Schotland maakt zijn eigen beslissingen, beet de Schotse premier Alex Salmond van zich af en verkondigde dat het referendum in het najaar van 2014 wordt gehouden. Hij maakte duidelijk dat Londense bemoeienis niet wordt getolereerd en beloofde een 'referendum dat in Schotland wordt georganiseerd en in Schotland wordt opgezet voor de Schotse bevolking'.

Inwoners van Stirling kijken reikhalzend uit om een beslissing te nemen. "Ik zou een muur aanleggen langs de grens", zegt Janice Black. "In Londen maken ze alle regels en ze hebben geen idee wat er hier gebeurt."

Black werkt in een van de grootste toeristische trekpleisters van het stadje, een 67 meter hoge Victoriaanse toren die een eerbetoon is aan William 'Braveheart' Wallace, de krijger die de binnenvallende Engelsen in 1297 op de vlucht joeg in de Battle of Stirling Bridge.

Zelfs na de eenwording in 1707 behield Schotland zijn eigen karakteristieke onderwijs-, godsdienst- en juridische systemen. Het intellectuele klimaat in Schotland leverde verlichte denkers op als de econoom Adam Smith en de filosoof David Hume.

Schotland heeft altijd een soort dubbele identiteit gehad - een Schots-Engelse mix, zegt Tom Devine, historicus aan de Universiteit van Edinburgh. De huidige roep om onafhankelijkheid werd pas echt leven ingeblazen met de komst van de moderne onafhankelijkheidsbeweging in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De economische teloorgang in Schotland in die tijd werd geweten aan het rigide beleid van de regering van de Britse premier Margaret Thatcher.

De beweging heeft veel te danken aan het politieke succes van premier Salmond, die het Schotse nationalisme toegankelijkheid maakte voor Schotten van alle gezindten. De Schotse vindingrijkheid en de opbrengsten van de oliewinning in de Noordzee zullen een dynamische economie en welvaartsstaat creëren, belooft hij.

Toch zijn de meeste Schotten nog geen voorstander van volledige onafhankelijkheid. Sinds de jaren negentig wijzen opiniepeilingen uit dat de animo voor onafhankelijkheid tussen de 30 en 35 procent schommelt.

Om die reden willen de Schotse autoriteiten ruimte voor een derde mogelijkheid op de stembiljetten, de keuze voor een zogenoemde 'devo max', wat staat voor maximale devolutie. Hiermee wordt geen volledige onafhankelijkheid verkregen, maar worden wel, op defensie en buitenlands beleid na, alle bevoegdheden voor autonomie overgeheveld naar Edinburgh.

Met dezelfde kennis van de opiniepeilingen is de regering in Londen voorstander van een eenvoudig ja of nee op de onafhankelijkheidsvraag. Zij denkt dat de Schotse separatisten de overwinning dan nooit kunnen binnenslepen.

Veel waarnemers denken inderdaad dat de Schotten bereid zijn tot zo groot mogelijke autonomie, maar niet tot onafhankelijkheid. "De Schotten zijn niet gek en van oudsher zijn ze ook vrij voorzichtig", zegt Devine. Veel Schotten zouden met het oog op de kwakkelende Europese economie koudwatervrees hebben gekregen en de stap naar volledig zelfbestuur niet aandurven.

In het verleden sprak Salmond van de vorming van een noordelijke 'ark van welvaart' met IJsland en Ierland - twee landen die in het verleden een duizelingwekkende economische groei doormaakten, maar inmiddels op hun gat liggen. Ook was Salmond voorstander van toetreding tot de euro, maar op deze wens is hij teruggekomen. Een onafhankelijk Schotland stapt voorlopig niet af van de vertrouwde ponden sterling, zegt hij nu.

Tegenstanders van zelfbestuur vragen zich af hoe Schotland als landje met vijf miljoen inwoners ooit had kunnen overleven na de bijna-val van de banken Royal Bank of Scotland en HBOS. Beide banken konden na de kredietcrisis in 2008 slechts met miljarden van de Britse regering overeind blijven.

Een andere vraag is hoe de schulden en opbrengsten worden verdeeld. De SNP zegt dat een onafhankelijk Schotland recht heeft op negentig procent van de Britse olierijkdom, omdat de huidige opbrengsten vooral komen uit de winning in de wateren voor de Schotse kust. Daarnaast zou Schotland gezien zijn aandeel in de Britse bevolking slechts acht procent van de Britse staatsschuld van omgerekend 1200 miljard euro op zich hoeven nemen.

Het behoeft geen zienerscapaciteiten om te bedenken dat Londen hier nooit mee akkoord gaat. Volgens de Britse regering zijn de Schotse openbare uitgaven relatief gezien veel hoger en is Schotland om die reden verantwoordelijk voor een groter deel van de schuld. De Britse minister van financiën George Osborne waarschuwde donderdag dat de Schotse economie erop achteruit zal gaan als Schotland zijn eigen weg kiest.

Deze gedachte weerhoudt de meeste Schotten op het moment om voor onafhankelijkheid te kiezen, zelfs in Stirling, waar de historische overwinningen op de Engelsen worden gekoesterd.

"Het is prachtig", zegt Elizabeth Breakenridge uit Glasgow, die vanaf de kantelen van Stirling Castle uitkijkt over de Forth River-vallei en het Wallace Monument. "Maar het is geen deel van het allerdaagse leven. Het helpt je niet aan geld op de bank en brood op de plank."


Schotland zoekt naar steun voor zelfbestuur (Foto: Novum)