Meer rechercheurs op zaak dood militair

De marechaussee heeft het team dat onderzoek doet naar de dood van een 20-jarige militair uit Amsterdam die vorige week na een oefening op een Limburgs defensieterrein overleed uitgebreid. Ruim twintig rechercheurs zitten nu op de zaak. Eerder had de marechaussee er twaalf man op gezet.

De opschaling naar een zogenoemd Team Grootschalige Opsporing (TGO) is gebeurd in opdracht van het Openbaar Ministerie in Arnhem, laat een woordvoerder van de marechaussee dinsdag weten. Het OM besloot afgelopen weekend tot de opschaling, waarna het uitgebreide team maandag begon.

Aanleiding om een groter team te formeren, is de uitkomst van de sectie op het lichaam van de militair. Daar bleek uit dat de Amsterdammer een niet-natuurlijke dood is gestorven. "Het is gebruikelijk als iemand een niet-natuurlijke dood blijkt te zijn gestorven er een Team Grootschalige Opsporing op te zetten", aldus de woordvoerder.

Of de militair de verwondingen opliep tijdens de oefening, wordt nog onderzocht. De oefening werd afgesloten met een parcours waarin de deelnemers hun vaardigheden moesten laten zien op onder meer het gebied van militaire zelfverdediging. Ze lopen dan met beschermende kleding als handschoenen en een 'bokskap'.

De Amsterdammer werd anderhalf uur later onwel, waarna meteen een militaire verpleegkundige bij hem kwam. Daarna is hij naar het ziekenhuis in Weert gebracht. Later is hij vervoerd naar het Academisch Ziekenhuis in Maastricht, waar hij is geopereerd. Hij is na de operatie in coma gehouden, maar zijn toestand verbeterde niet. De man was gelegerd bij de Luchtmobiele Brigade in Schaarsbergen.

Eerder al zei voorzitter van de militaire vakbond AFMP Wim van den Burg op basis van een melding van een anonieme beller dat de militair mogelijk was doodgeslagen. Hij zou zo veel klappen hebben gekregen dat die hem fataal zijn geworden.