Asielzoekers mogen woonplaats niet meer kiezen

Asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen, mogen niet meer zelf kiezen waar ze gaan wonen. Ze worden voortaan toegewezen aan een gemeente, die binnen tien weken een geschikte woning moet aanbieden.

Asielzoekers mogen de aangeboden woning niet weigeren. Nu kunnen asielzoekers zelf nog kiezen waar ze willen wonen en een keuze maken uit het woningaanbod. De nieuwe procedure wordt aangekondigd in een brief van minister voor Immigratie en Asiel Gerd Leers (CDA) aan de Tweede Kamer. Met de maatregelen neemt Leers een advies over van een Taskforce onder leiding van oud-VVD-leider Ed Nijpels.

Een woordvoerder van het ministerie licht toe dat asielzoekers wel een voorkeur kunnen uitspreken, maar dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) uiteindelijk de knoop doorhakt. Daarbij zal zo veel mogelijk rekening worden gehouden met schoolgaande kinderen of kansen op het vinden van een baan.

Met de maatregel wil Leers ervoor zorgen dat asielzoekers die in Nederland mogen blijven, sneller een huis krijgen en dus minder lang in asielzoekerscentra hoeven te blijven. De huisvesting voor asielzoekers is duur. Leers denkt 65 miljoen euro per jaar te kunnen besparen.

Ook kunnen asielzoekers volgens de minister sneller beginnen met hun integratie en inburgering. Op het moment dat een asielzoeker wordt toegewezen aan een gemeente, kan die al beginnen met het regelen van zaken als onderwijs, inburgering en een uitkering.

Gemeenten moeten ook nu al huizen met voorrang toewijzen aan asielzoekers met een verblijfsvergunning, maar slagen daar niet altijd in. Er staan 7262 mensen op de wachtlijsten. Die moeten voor 1 juli van dit jaar een huis krijgen.

Een proef met de gemeenten in Friesland, Drenthe en een deel van Utrecht moet uitwijzen of de nieuwe procedure werkt. Op basis van de proef worden de maatregelen mogelijk landelijk ingevoerd.

Update 18.12 uur
In een reactie heeft PVV-leider Geert Wilders zijn vraagtekens bij de plannen van minister Leers gezet. Hij meldde dat hij absoluut niet akkoord zou kunnen gaan als de plannen betekenen dat de 'gemiddelde Nederlander' dan langer op een woning moet wachten.