Tiener hoeft geen museum op Hyves

Tieners zitten op sociale netwerksites als Hyves niet te wachten op culturele instellingen. Dat blijkt uit het vrijdag gepubliceerde onderzoek Hoe cultureel is de digitale generatie? van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Volgens het SCP zien culturele instellingen online activiteiten van jongeren als een nieuwe kans om deze doelgroep te bereiken. "Het benaderen van tieners via sociale netwerksites lijkt echter weinig kans van slagen te hebben", concluderen de onderzoekers.

"De meeste mensen hebben Hyves voor vrienden", meent Sema uit klas drie van het vmbo. "Wat voor comment ga je naar een hyve van een museum schrijven?", vraagt ze zich af. Ook hebben tieners weinig interesse voor bijvoorbeeld virtuele rondleidingen en geluidsfragmenten op culturele websites. Maar internet is voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar wel het belangrijkste medium om informatie over cultuur te zoeken.

Daarnaast blijkt dat scholen weinig invloed hebben op de online culturele interesse bij tieners. Ouders en vrienden daarentegen wel. "Als de ouders en vrienden van tieners in het echte leven culturele instellingen of voorstellingen bezoeken, dan zijn tieners zowel online als offline cultureel actiever", schrijven de onderzoekers. Ook de digitale vaardigheden van jongeren hebben invloed. Zijn die goed ontwikkeld, dan hebben middelbare scholieren op internet meer aandacht voor cultuur, aldus onderzoekster Marjon Schols.

Verder komt naar voren dat het culturele internetgebruik van tieners over het algemeen de jeugdcultuur weerspiegelt. De populairste culturele onderwerpen onder deze leeftijdsgroep op internet zijn muziek, tv-programma's en films. Jongeren communiceren online het minst over klassieke concerten en monumenten, aldus het SCP.

Verder valt volgens Schols op dat tieners die op de hoogte willen zijn van het nieuws vooral de 'echte' krant lezen en tv kijken in plaats van nieuws te vergaren op internet. Het onderzoek onder de ruim 1600 tieners dateert echter uit 2008. "Het mediagebruik van tieners is sindsdien waarschijnlijk wel meer digitaal geworden", schatten de onderzoekers in.