Nederland en Japan werken samen aan kernfusie

Het Nederlandse expertisecentrum voor kernfusie FOM-Rijnhuizen en het Japanse National Institute for Fusion Sciences (NIFS) ondertekenen vrijdag een overeenkomst om samen te werken aan het onderzoek naar kernfusie. De overeenkomst wordt gesloten tijdens een symposium over de samenwerking in het onderzoek.

In april 2010 legde minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven tijdens een bezoek aan Japan al de basis voor de samenwerking. Doel van het onderzoek is het produceren van schone en veilige energie uit kernfusie. Bij kernfusie smelten de kernen van waterstofatomen samen in een heet plasma, zoals in de zon. Hierbij komen grote hoeveelheden energie vrij.

Tijdens het symposium krijgt de Japanse delegatie onder andere een rondleiding door Rijnhuizen. Centraal staat de nieuwe Magnum-PSI-installatie. Hiermee onderzoeken wetenschappers hoe materialen zich gedragen als zij blootgesteld worden aan de omstandigheden in toekomstige kernfusiereactoren. Dit is een belangrijke stap op weg naar de realisatie van de ITER-kernfusiereactor.

De ITER-fusiereactor
De ITER-kernfusiereactor is een internationale onderzoeksreactor. Met deze reactor willen de wetenschappers een vermogen van 500 MW opwekken, terwijl de verhitting van de brandstof met 50 MW gebeurt. Deelnemers aan ITER zijn de Europese Unie, de VS, Japan, de Russische Federatie, China, India en Zuid-Korea.

Door de brede internationale samenwerking is ITER ook politiek van groot belang. Het is een van de meest complexe hightech projecten van het moment.