Kinderopvang steeds belangrijker voor werkenden

Ruim de helft van alle 1,4 miljoen huishoudens met een werkende ouder maakte vorig jaar gebruik van kinderopvang. Het betreft bijna 740.000 huishoudens, ruim vijftigduizend meer dan in 2007. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek maandag.

De stijging hangt samen met aanpassingen in de Wet kinderopvang en komt volledig voor rekening van de opvang door een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of een gastouder, de zogeheten formele opvang. Vorig jaar maakten hier bijna 450.000 huishoudens met een werkende ouder gebruik van. Voor 313.000 van deze huishoudens was dit de belangrijkste vorm van kinderopvang, zeventigduizend meer dan in 2007.

De formele opvang is inmiddels een stuk belangrijker dan onbetaalde kinderopvang. In bijna vier op de tien huishoudens met kinderen tot 4 jaar is formele opvang door een kinderdagverblijf of een gastouder de belangrijkste vorm van kinderopvang. Bij huishoudens met een jongste kind in de basisschoolleeftijd wordt de opvang daarentegen vooral gegeven door familie, vrienden of buren.

Bij paren die een voltijdbaan met een kleine deeltijdbaan van 12 tot 24 uur per week combineren, is vooral opvang door familie, vrienden of buren van belang. Slechts een op de vijf maakte gebruik van formele opvang. Dit is anders voor ouders die beiden voltijd of in een grote deeltijdbaan van 24 tot 35 uur per week werken. Voor hen is formele opvang belangrijker dan opvang door familie, vrienden of buren. Het aantal ouderparen waarbij een van de twee niet werkt, is tussen 2007 en 2009 overigens met ruim vijftigduizend gedaald.

Het nieuwe kabinet heeft flinke bezuinigingen aangekondigd op de kinderopvang. Vakbond Abvakabo FNV denkt dat de opvang hierdoor zo duur wordt, dat ouders meer gebruik gaan maken van informele opvang. Ook verwacht de bond dat veel moeders kiezen om te stoppen met werken.