Utrechtse schepen meer dan duizend jaar oud

De twee schepen die in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn zijn gevonden dateren uit de vroege middeleeuwen. Een boot is vijftien meter lang en stamt uit omstreeks 750 na Christus. Het is voor het eerst in Nederland dat een schip uit deze periode is gevonden. Het tweede vaartuig is rond het jaar 956 in de vaart genomen.

De tweede boot, een vrachtschip van naar schatting twintig meter, is gezonken en zeer compleet bewaard gebleven, een unicum voor het beperkt aantal scheepsvondsten uit deze periode. De regen van de afgelopen tijd had grond van een talud gespoeld, waardoor delen van een houtconstructie zichtbaar werden. De bewerkingssporen van de scheepsbouwers zijn na duizend jaar nog steeds zichtbaar.

De schepen liggen in de bedding van de middeleeuwse Rijn, die in die tijd van Wijk bij Duurstede via Utrecht naar de Noordzee stroomde. Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat de oevers van de Rijn dichtbevolkt waren ten tijde van het eerste schip. Mede door invallen van de Vikingen trokken de bewoners in de negende eeuw weg. Pas in de tweede helft van de tiende eeuw keerde de rust terug en groeide Utrecht uit tot de belangrijkste handelsplaats in de toenmalige rivierdelta.

De schepen zijn gevonden tijdens de aanleg van de zogenoemde Vikingrijn. Deze rivier, die in de oorspronkelijke loop van de middeleeuwse Rijn wordt uitgegraven, maakt deel uit van het nieuwe Leidsche Rijn Park.

In Leidsche Rijn zijn al eerder belangrijke archeologische vondsten gedaan, waaronder zes Romeinse schepen. Samen met de specialisten van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed onderzoekt de gemeente Utrecht of de nu gevonden schepen kunnen blijven liggen of op termijn moeten worden opgegraven. Tot die tijd worden ze weer toegedekt.