Al drieduizend gevechtsinsignes aangevraagd

Ruim drieduizend Nederlandse militairen hebben een aanvraag ingediend voor een gevechtsinsigne. Dat schrijft de Volkskrant woensdag. Militairen kunnen het insigne aanvragen als ze in levensgevaar zijn geweest tijdens een gevechtscontact en professioneel zijn blijven handelen.

Al het defensiepersoneel dat wordt uitgezonden op missie krijgt al een Herinneringsmedaille Vredesoperaties (HVO). Ook ondersteunend personeel dat nauwelijks buiten de poort komt, krijgt na een missie van minimaal dertig dagen een HVO. Minister van Defensie Eimert van Middelkoop (ChristenUnie) vond dat oneerlijk omdat militairen aan het front veel meer risico lopen.

Het gevechtsinsigne werd daarom in 2008 met terugwerkende kracht tot 2001 ingevoerd.

Defensie controleert of de aanvrager inderdaad in levensgevaar is geweest. Dat is volgens de krant niet altijd even gemakkelijk. Zo is het de vraag hoe dichtbij een kogel moet inslaan om een risico op te leveren. Een exploderende bermbom 'telt' inmiddels alleen als de aanvrager dichtbij genoeg was om dodelijk geraakt te kunnen worden.

Al met al is tachtig procent van de aanvragen terecht, stelt een betrokkene in de krant. Commandant der strijdkrachten Peter van Uhm is halverwege vorig jaar begonnen met het uitreiken van gevechtsinsignes.