Cameron betuigt 'diepe spijt' voor Bloody Sunday

De Britse premier David Cameron heeft dinsdag namens zijn land 'diepe spijt' betuigd voor het doodschieten van veertien katholieke demonstranten in 1972 door Britse militairen in de Noord-Ierse plaats Londonderry. Uit een twaalf jaar durend onderzoek is naar voren gekomen dat de soldaten zonder aanleiding het vuur openden op de demonstranten.

"Wat op Bloody Sunday gebeurd is, was ongerechtvaardigd en niet goed te praten. Het was fout", zei Cameron in een verklaring in het Lagerhuis in Londen. Hij zei dat het rapport van de commissie onder leiding van Lord Saville 'schokkende conclusies' bevatte.

"Sommige leden van onze strijdkrachten handelden fout. Uiteindelijk is de regering verantwoordelijk voor het gedrag van onze strijdkrachten en daarom betuig ik namens de regering en ons land diepe spijt", zei Cameron. Hij zei een groot supporter van het Britse leger te zijn. "Maar je verdedigt het leger niet, door iets te verdedigen wat niet te verdedigen valt."

Waar een eerder rapport nog de uitleg van soldaten aanvaardde dat zij reageerden op aanvallen van het IRA, stelt Saville dat geen van de doodgeschoten demonstranten een serieus gevaar voor de militairen vormde. In bijna alle gevallen was het schieten ongerechtvaardigd, werd de geweldsinstructie genegeerd en werd onvoldoende waarschuwing gegeven. In sommige gevallen leken de consequenties niet goed te zijn doordacht. In een geval schoot een soldaat nog op een man die al dood op de grond lag.

"Soldaten verloren hun zelfbeheersing en schoten zelf, waarbij zij hun instructies en training vergaten of negeerden", aldus het rapport.

Het rapport zegt verder dat soldaten bij eerdere onderzoeken en ook ten overstaan van de commissie-Saville 'bewust valse verklaringen hebben afgelegd om het schieten te rechtvaardigen'.

Voor het Guildhall-gebouw in Londonderry werd instemmend op de verklaring van Cameron gereageerd. "Vandaag is aan het wachten een eind gekomen", zei Mickey McKinney, wiens broer een van de slachtoffers was. Tony Doherty, familielid van een ander slachtoffer, zei: "De waarheid is eindelijk boven tafel. Het Britse volk moet het weten, het Ierse volk moet het weten. De wereld weet het nu."

Het bloedbad in Londonderry versterkte de nationalistische sentimenten onder de katholieken in Noord-Ierland en de haat tegen het Britse leger, waardoor de Provisional IRA veel steun kreeg. "Bloody Sunday was een tragedie voor de getroffenen en de gewonden en een catastrofe voor de bevolking van Noord-Ierland", zegt het rapport.