'Loongrens beter dan zware-beroepenlijst'

Werkgevers- en werknemersbonden zien niets in een lijst met zware beroepen als graadmeter voor de AOW-leeftijd. Veel beter zou het zijn om naar het jaarsalaris te kijken. "Mensen met een zwaar beroep zitten meestal in de lagere inkomensklassen."

De bedenkers van dit plan zijn van mening dat een loongrens het enige werkbare criterium is om de AOW-leeftijd vast te stellen. De bonden zeggen dat het in de praktijk nauwelijks is vast te stellen wat een zwaar beroep is.

FNV-bestuurder Jan Berghuis: "Bij de laagste inkomens komt nu eenmaal veel zwaar werk voor. Die mensen raken het snelst opgebrand en verdienen dus een goede AOW. We hebben berekend dat je met een inkomensgrens van 35.000 euro bruto zo’n 90 procent van de mensen die je graag wil ontzien, wel hebt gehad."

Algemeen directeur van VNO-NCW Niek Jan van Kesteren vindt een laag inkomen als criterium nuttig, maar de grens zou bij een modaal inkomen moeten liggen, momenteel zo'n 32.000 euro. De loongrens is eerder haalbaar dan een lijst met zware beroepen, denkt van Kesteren. "Het gaat nu om het grotere Nederlands belang om in de AOW-discussie een uitweg te vinden. Als we het kabinet daarmee kunnen helpen, moeten we dat zeker doen."

"Het gaat erom de belangen van overheidsfinanciën en pensioenaanspraken met elkaar in overeenstemming te brengen. Tegelijk moeten we uitzicht houden op de mogelijkheid dat er binnen deze door het FNV voorgestelde inkomensgroep mensen zijn die langer kunnen doorwerken."