Jeugdwerk wil duizend jongerenwerkers extra

Ondanks de groei van het jongerenwerk de laatste tien jaar met 50 procent, moeten er nog eens duizend jongerenwerkers in Nederland extra aan de slag. Dat stelt de MOgroep Welzijn& Maatschappelijke Dienstverlening (W&MD) naar aanleiding van een onderzoek naar de staat van het professioneel jeugd- en jongerenwerk.

Nederland telt nu 3870 jeugd en jongerenwerkers, verdeeld over ongeveer 2650 voltijdbanen. De MOgroep vindt dat er behoefte is aan duizend extra krachten omdat de vraag en omvang toeneemt. Daarvoor wijst de belangenorganisatie van onder meer het jeugdwerk naar het onderzoek 'De grenzeloze generatie' van Motivaction. Daarin staat onder andere dat 41 procent van de jeugd niet meer zelfredzaam is omdat ze moeite heeft met de complexiteit van de samenleving.

De onderzoekers van Noorda en Co, die het rapport van de MOgroep maakte, stellen dat gemeenten het jongerenwerk vooral inzetten bij overlastbestrijding, terwijl de jongerenwerkers zelf meer kiezen voor talentontwikkeling. "Dit verschil in doelstelling levert meer dan eens spanningen op in de verhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer", constateren de samenstellers van het rapport. "De grote knelpunten in het jongerenwerk zijn de onduidelijke en ruime verwachtingen van de opdrachtgever, de minimale continuïteit en de moeizame werkverhouding met de politie."

Vicevoorzitter Johan Brongers van de MOgroep noemt het verontrustend dat gemeenten steeds minder geld steken in structureel jeugd- en jongerenwerk en meer in "brandjes blussen en overlastbestrijding." Het getuigt volgens Brongers van kortzichtigheid om jongerenwerkers steeds vaker projectmatig "tegen de overlast en voor veiligheid" in te willen zetten. Hij noemt het scoren op korte termijn.

"Het jongerenwerk heeft een veel bredere taak. Door de dagelijkse aanwezigheid in de buurt legt het jongerenwerk de basis voor succesvolle preventie. Contact onderhouden en vertrouwen opbouwen kost tijd en is essentieel voor goed jeugd- en jongerenwerk in een wijk", aldus Brongers. Daarom moet het jeugdwerk worden ontzien, vinden de schrijversbBr van het rapport en de MOgroep, als straks bezuinigingen worden aangekondigd als gevolg van de crisis.