Jonge mannen vaker werkloos

Als door economische teruggang de arbeidsmarkt verslechtert, zijn jongeren het eerst de dupe. Vooral jonge mannen worden dit keer getroffen. Onder jonge vrouwen is de werkloosheid nauwelijks toegenomen. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt bovendien dat vooral jonge mensen zonder diploma minder kans maken op een baan.

De jeugdwerkloosheid is in het tweede kwartaal van dit jaar opgelopen tot 11,4 procent, tegenover 9,3 procent in dezelfde periode vorig jaar. Dat is veel meer dan onder 25-plussers.

In de jaren tachtig was het erger. In 1983 liep de jeugdwerkloosheid op tot 17,3 procent, terwijl de werkloosheid onder de 25-plussers toen met 8,2 procent aanzienlijk minder was. De ervaring leert dat de jeugdwerkloosheid ook weer snel afneemt, zodra het economisch weer beter gaat.

Dit jaar is de werkloosheid onder jonge mannen gestegen naar 11,8 procent in het tweede kwartaal. Vorig jaar was dat nog 8,1 procent. Bij vrouwen in de leeftijd van 15 tot 25 jaar was dat 11 procent, nauwelijks meer dan een jaar geleden. Mannen hebben vaker een baan in de industrie, de bouw, het transport of de ICT, bedrijfstakken die gevoelig zijn voor de schommelingen in de economie. Jonge vrouwen werken vaker in de zorg en hebben daar geen last van de economische tegenwind.

Onder jongeren die met een geschikt diploma het onderwijs verlaten, is de werkloosheid 6,7 procent tegenover 3,7 procent een jaar eerder. Mensen in de leeftijd van 15 tot 25 jaar die geen onderwijs volgen en geen zogeheten startkwalificatie hebben, worden het hardst getroffen. Bij hen komt de werkloosheid in de nieuwste cijfers uit op 15,2 procent tegenover ruim 9 procent een jaar eerder.