Expeditie vindt nieuwe dier- en plantsoorten
In de bergachtige regenwouden van Nieuw-Guinea zijn door onderzoekers honderden nieuwe planten- en diersoorten ontdekt. Tijdens een tocht door het zeer moeilijk begaanbare gebied zijn planten, kikkers, vogels en vlinders gevonden die nog niet bekend waren. De vondst van de nieuwe organismen werd vandaag bekendgemaakt in de Britse krant The Indepentent.De onderzoekers, die eind vorig jaar hun kamp in de jungle opsloegen, zagen vogels baltsen, een zeldzame goudgevlekte prieelvogel vliegen, enorme bloemen in 'prachtige' kleuren, boomkangoeroes en stekelige miereneters.
De stekelige miereneter
Ook vonden de onderzoekers waarschijnlijk 's werelds grootste rhododendron. De euforie sloeg pas echt toe, toen de onderzoekers een koppeltje paradijsvogels met zes lijnen op de kop zagen; een vreemd gegeven aangezien het diertje zou zijn uitgestorven. Tot nu toe was het identificeren van het diertje alleen mogelijk geweest door veren van dode vogels te onderzoeken.
Een uitgestorven gewaande paradijsvogel
De dieren leken niet bang van de onderzoekers, dat zou betekenen dat ze niet eerder met een mens in aanraking waren geweest. "We vonden tientallen, misschien wel honderden nieuwe soorten in wat waarschijnlijk het meest ongerepte ecosysteem is in het gehele Aziatisch-Pacifische gebied. Er waren zoveel nieuwe dingen dat we ervan duizelden. En dat was nog maar het topje van de ijsberg", aldus Bruce Beehler, de expeditieleider.
De onderzoekers staan nu al te popelen om naar het gebied terug te keren. De jungle is ongeveer 300.000 hectare groot en ligt in het Foja-gebergte, op zo'n 2200 meter hoogte, in het nauwelijks ontgonnen westen van Nieuw-Guinea. De inheemse bevolking komt er nooit, deze leeft aan zee. Daarbij heeft de Nieuwguinese regering jagers verboden in het gebied te komen. De onderzoekers gaan de komende maanden proberen hun vondsten te classificeren.
