Amerika leverde Saddam ooit zijn wapens

Farzin had ons via de newssubmit het volgende deels herschreven bericht te melden:

Verslaggever Tim Overdiek meldde vandaag op het radio 1 Journaal:

In de jaren 1985-1989 kocht Irak voor miljarden dollars aan allerlei verboden wapens, waaronder chemische wapens, nucleaire onderdelen en biologische culturen als miltvuur, tetanus, botulisme en de pest. Onder meer de vader van de huidige Amerikaanse president, George H.W. Bush was hierbij betrokken.

Nog opmerkelijker is dat de huidige Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld een sleutelrol speelde. Hij reisde in 1983 als speciale gezant van vice-president Bush af naar het Midden-Oosten, waar hij vriendschap sloot met Saddam Hoessein. Volgens een onlangs door de Washington Post onthuld document had de CIA een maand daarvoor gerapporteerd dat Saddam 'bijna dagelijks' chemische wapens inzette die verboden zijn in het internationale recht.

Op een beruchte foto is een lachende Rumsfeld samen met de Iraakse dictator Saddam Hoessein te zien. Keer op keer heeft Rumsfeld heeft echter tegen het Congres aangegeven dat hij zich weinig meer kan herinneren van zijn tijd als presidentieel gezant in Irak. Tot de Iraakse inval van Koeweit, in 1990, bleven de landen bondgenoten.

Ayatollah Khomeini

De vriendschap tussen Irak en Amerika bloeide op nadat de pro-Amerikaanse sjah in 1979 uit Iran werd verdreven en moest plaatsmaken voor de islamitische fundamentalist, Ayatollah Khomeini, die er een anti-westers fundamentalistisch land vestigde.

Jimmy Carter, die voor Reagan president was, had Irak destijds op een zwarte lijst met terroristische landen gezet. Ronald Reagan haalde Irak er echter weer af. Hij zag Irak als machtsblok tegen de radicale islam - waarbij olie de voornaamste gangmaker was.

In eerste instantie koos Amerika geen partij in het Iraans-Iraakse conflict. In 1982, toen Irak in de verdediging werd gedreven, kwam daar verandering in. Amerika ging Irak daarna direct en indirect steunen, omdat het land bang was voor een verlies van Irak. Om die reden stonden Reagan en zijn opvolger Bush wapentransacties toe, en speelden de Amerikanen Saddam satellietfoto's toe, waarop de troepen van Iran te volgen waren.

Daarop volgde een van de meest beschamende avonturen uit de moderne geschiedenis. Deze wapentransacties verliepen gedeeltelijk geheim: Bush en Reagan verkochten helikopters en trucks aan Irak via een landbouwfonds en via 'derden'. Ook kocht Irak onder meer Amerikaanse trucks, helikopters, raketten, radarinstallaties, vliegtuigen, landmijnen en clusterbommen.

Ook leverde Amerika verboden toxines, gassen en bacteriën. Pas in 1994 kwam aan het licht wat Amerikaanse chemische bedrijven aan Irak hadden geleverd, toen een Senaatscomissie onderzoek deed naar het 'Golfsyndroom'. Amerika had de levering van dergelijke wapens goedgekeurd omdat het om 'duaal gebruik' ging: de stoffen konden ook worden gebruikt voor vreedzame toepassingen zoals de medicijnenindustrie en de landbouw.

Frankrijk en Rusland groot leveranciers

Niet Amerika, maar Frankrijk en Rusland leverden echter het grootste deel van de Iraakse wapens. Ook andere landen, waaronder Engeland en Italië, bewapenden Irak. Volgens de analisten speelde zich in Irak een heftige concurrentiestrijd af tussen vooral Amerikaanse en Russische wapenleveranciers.

Intussen werd Amerika soms ernstig in de verlegenheid gebracht door het gedrag van Saddam Hoessein. In de jaren 1984-1988 zette hij verschillende malen Amerikaans zenuwgas in tegen Iraanse troepen, en vanaf 1987 ook tegen Noord-Iraakse Koerden. Soms werd het gas zelfs afgeschoten vanaf Amerikaanse Bell-helikopters. Ondaks hevig protest van Amnesty International bleef Amerika's standpunt dat Irak een bevriende macht was. Nog in december 1988 exporteerde Dow Chemicals (Amerikaanse chemieconcern) voor anderhalf miljoen dollar aan grondstoffen voor chemische wapens naar Irak, met goedkeuring van het Amerikaanse ministerie van Handel.

In 1990 kwam er een einde aan de vriendschap tussen Amerika en Saddam, toen Koeweit door Saddam werd binnengevallen. Voor de inval had de Amerikaanse ambassadeur in Irak Saddam Hoessein gemeld dat Amerika 'geen mening' zou hebben over de kwestie. Veel complottheorieën zijn hierop gebaseerd. Toch blijkt dat het waarschijnlijk is dat er sprake was van een misverstand: Saddam zou de situatie niet goed hebben ingeschat, en ambassadeur Glasspie zou niet hebben verwacht dat Saddam van plan was Koeweit met veel wapengekletter aan te vallen.

Aan het einde van de Golfoorlog zou er ook een relatie zijn tussen Amerika en Irak. Toen Amerika op het punt stond het leger van Irak in de pan te hakken, gaf Bush het leger het bevel de aanvallen te staken. Deskundigen menen dat Bush Saddam aan de macht wilde houden om te voorkomen dat er een nieuwe Ayatollah zou opduiken.

-
Op de site van de NOS valt het fragment uit het radio 1 journaal terug te beluisteren. (link bovenaan)