Pleidooi verplichte spreiding allochtonen

Wanneer allochtonen niet gedwongen worden gespreid, dan zullen achterstanden en criminaliteit onder allochtonen blijvende factoren worden. Dit concluderen wetenschappers van de GGD in Rotterdam en de Universiteit Leiden na onderzoek onder meer dan 4.000 Rotterdamse middelbare scholieren.

Volgens de onderzoekers zullen grote maatschappelijke achterstand en hoge criminaliteit in grootstedelijke achterstandswijken van generatie op generatie worden overgedragen. De enige manier om dat te stoppen is om allochtonen gespreider te huisvesten én alle ouders in die wijken opvoedingsondersteuning geven.

Het zijn vooral Antilliaanse, Kaapverdische en Marokkaanse jongens en Antilliaanse en Surinaamse meisjes die criminele activiteiten ontplooien. Zij staan onvoldoende onder toezicht van hun ouders en de sociale controle van hun gemeenschap schiet tekort. De onderzoekers willen dan ook dat de ouders les in opvoeding krijgen. Ook al omdat allochtone jongeren aanzienlijk vaker een slechte relatie met hun ouders hebben dan autochtonen. Allochtonen krijgen minder steun en worden vaker thuis geslagen. Zij hebben ook minder vaak een goede band met leraren.

In de ''slechte buurten'' van Nederland wonen vooral Marokkanen en Turken, en in mindere mate ook Antillianen. De zwakke economische en maatschappelijke positie van veel ouders in deze buurten maakt hen tot 'inadequate opvoeders' die niet in staat zijn hun kinderen goed voor te bereiden op een succesvolle deelname aan de Nederlandse samenleving, zo concluderen de onderzoekers.

De meeste nadruk moet volgens de onderzoekers worden gelegd op opvoeding en onderwijs. Maar ook moet álle ouders in achterstandswijken opvoedingsondersteuning krijgen, én moeten allochtonen worden verspreid over de wijken; desnoods met dwang.