Tong's opa.......

Redactie

In 1900 geboren. In 1977 overleden. Piet van Eck (Piet de kolf). Ik werd als leerling door conciërge ome Leo van Opijnen uit de klas gehaald. Realiseerde me niet echt wat er aan de hand was. Opa was ziek, zei ome Leo. Ik naar huis. Niemand thuis.

Natuurlijk....naar het bejaardentehuis de Wielewaal. Kamer helemaal vol met familie. Opa wilde nog iets tegen me zeggen op z'n sterfbed. Ik was helaas te laat. Ben met mijn moeder de eerste 3 jaar van m'n leven bij opa en opoe opgegroeid. In het rustieke Sophiastraatje, ook wel hofje. Ik was als jongste zoon voor hem, en opa als een tweede vader. Als het Moederdag was, maakte ik op de kleuterschool een tekening voor opoe én voor moeke. Opa kwam uit een arbeidersmilieu. Dan kon je niet studeren destijds. Als timmerman liet hij echter zijn handen spreken bij de restauratie van de Sint-Maartenskerk.

Opa was een creatieve autodidact, kon goed dammen en schaken en weet ik veel niet wat allemaal. Het heelal en de sterrenhemel heb ik door hem leren kennen. Als ik met hem damde kreeg ie het altijd voor elkaar te verliezen. En dan niet zomaar. Ik kon met m'n overgebleven dam zijn laatste 8 stenen slaan. Zoals Tommy Cooper faalde met het goochelen en het verbazingwekkend was hoe briljant het toch nog goed kwam.

Ook verfde opa in de crisistijd voor de oorlog mussen geel. Verkocht ze aan de kouwe kak als zijnde fluitende kanaries. Opa was ook een stroper en visser. Op een gegeven moment was ie de stoere praatjes zat van de maat die naast hem zat te hengelen. Kocht een pond wortelen en ging vissen. Haalde al snel de hengel op. 'Beet' riep ie. Pakte de vis schoon van de haak, stak 'm in z'n mond en vrat 'm op. 'Wa doede nou Piet ?' 'De eerste die ik vang vreet ik altijd op, dan witte hoe het water er veur staat.' Z'n maat wist niet dat het een wortel was die ie schoon aan de haak had gehangen.

Ik was een redelijk goede jeugdvoetballer bij NIVO Sparta. Scoorde regelmatig. Ik rende na thuis de uitslag gemeld te hebben naar opa. Opa schoof dan 'mijn' TV-stoel naast die van hem. Zo'n echte opa-stoel. Gingen we samen, om 18:00 uur, naar het Duitse voetbal kijken. Preussen Münster, Kickers Offenbach en Sankt Pauli. 'Hoeveel Hem ?' 'Drie vandaag opa. We hebben met 4-1 gewonnen van Zuilichem.' 'Mooi Hermpie.' Niet lang daarna speelde ik in het eerste. Ik rende na afloop nog steeds naar opa. Op de vraag 'Hoeveel Hermke ?' Moest ik steeds vaker 'nul opa', zeggen. 'Ze motte oe ok vaker de bal geve.'

Volwassen worden als snotaap viel niet altijd mee. Opa was een levenskunstenaar. Geen gekwelde kunstenaar, die schoonheid peurt uit ellende, nee de schoonheid stond voorop. Opa maakte van een klomp klei de mooiste dingen. Dingen klinkt eigenlijk te neerbuigend. De hoofden die in marmer gegoten hadden moet worden, maar uit de Hollandsche handen en de Hollandsche klei ontstonden, staan eeuwig in m'n geheugen gegrift.

Geboetseerd uit de ware ziel van de ware kunstenaar, die met z'n handen iemand kon neerzetten. Met hout kon-ie ook overweg. Menig Bommelaar heeft nog een stoof door opa gemaakt. Ik kreeg er een paar jaar geleden nog één van fysiotherapeut Theo de Jong. Hebben ze het hier over echte Bommelaars. Niks ten nadelen, maar de echte-echte Bommelaars zijn eigenlijk de Bommelaars, die een onuitwisbare indruk hebben achtergelaten in een internet-loos tijdperk. M'n opa was niet uniek. Wel een bietje uitgestorven.

tong80