Tong's voetbalverhalen #78

Redactie

Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden. Robin van Persie zweefde door de lucht en maakte één van de mooiste doelpunten ooit in Oranje. Nederland bakte er niks van tegen Spanje in de eerste helft op het WK-2014. Toen kwam de tover-kopbal over de beste keeper ter wereld. De Spaanse doelman Casillas viste achter het net. De rest is geschiedenis.

Een waanzinnige wending in een wedstrijd die bijna verloren leek. Spanje miste kans op kans om de 2-0 te maken. Oranje werd weggespeeld. Echter Nederland had nog klassespelers, die door de succescoach Louis van Gaal als speerpunt werden gebruikt. I.p.v in de schulp te kruipen werden de spelers naar voren gedirigeerd.

De dirigent aan de zijlijn haalde het maximale uit zijn elftal. Met wereldklasse voorin had het geen nut te blijven verdedigen. Na de rust ontbrandde het Duel van de Waanzin. De Spanjaarden, gewend aan superioriteit, kwamen de Hollandsche-school tegen.

De mannen van Louis van Gaal maakten 1-2, 1-3, 1-4. Na een sprint over 40 meter met de bal aan de voet maakte de beste speler, Arjen Robben, er zelfs 1-5 van. Een apotheose zelden gezien. In euforie waren we dronken van geluk. In de café's ging de tap extra open. We wisten toen nog niet dat we er nog jaren op moesten teren. We waren blind van geluk. Het drankgelag werd een hoongelach. Van Persie werd een tweede Clarence. Over tien jaar krijgt ie een afscheidswedstrijd, tegen Quick Boys.