Carnaval met tong80 #2

Redactie

1989, ik woonde er net 2 weken. Voor het eerst op mezelf. Midden in het centrum van Bommel/Mispelgat, in de stad zeggen we hier. Bij de Etos links afslaan, toen nog de Aldi, met Mariska als wegwijzer. De Koningstraat in en dan het hofje links. Heerlijk Bommels. Ik woon er nog steeds. Inmiddels 31 jaar. Geboren in het Sophiahofje en opgegroeid in de Vogelenzang, ook wel Peyton Place of de pudding buurt genoemd. Kunnen je Bommelse roots meer Mispelgats zijn ? Nu iets rustiger en bedaarder. De wilde haren ontgroeid en een bierbuik gekweekt. Het legendarische carnaval in de Verdraagzaamheid. We gingen bij mij nog even door.......met een man of 11. Zeg maar een soort van welcomings-party voor het Jan Haeckenhofje.

Weet nog steeds niet waarom ik de eieren los in de ijskast had liggen. Wat ik wel weet is dat ze na een uur van het behang naar beneden gleden. Op één ei na, die lag kapot geslagen, boven het hoofd van Ron de Schukelaar, AKA de Schuuk. De Schuuk hadden we uit voorzorg al in WC-papier gewikkeld. De Schuuk had geen notie, die lag in croma, daar waar de eieren eigenlijk hoorden te liggen. 

Twee leden van the Nozems in da house. Corné en Helke, zoals gewoonlijk was Corné weer bezig met het vrouwelijk schoon, waar Helke mijn platenkast had ontdekt (Toen nog zonder de Twee Pinten). 'Wacht? dacht Helke, het lijken wel frisbees die nostalgische zwarte schijven. De hoes gebruiken we als lanceringsplatform. Er vlogen elpees door de lucht, door het open raam de Koningstraat in en langs de Schuuk zijn netjes gedrapeerde ei. Alsof ie nooit de kluts zou kwijtraken.

De brutaalsten hadden een plek op de bank geclaimd. Jiel, Marti, John, Lex. Die verlieten ze alleen nog om te gaan pissen, een spoor van broodkruimels en confetti achter zich latend. Al zou de geur van alcohol, vermengd met recent onguur zweet de goede terugreis naar de bank moeten garanderen. Plots wordt er aangebeld om 4 uur des 's nachts. De onderbuurvrouw. Dat het best wel gehorig is in de appartementjes. Ik stelde haar gerust. Zei dat op het adres waar ik nu woonde, vroeger een Bommelse legende huishield......Pimmetje Smit. 

De legendarische, 'Kom nou naar boven!' tijdens carnaval in de Verdraagzaamheid, is geboren toen Pim zijn maten tijdens carnaval mee nam uit de Verdraagzaamheid, naar dit beruchte flatje. Er werd jarenlang in de Verdraagzaamheid gereageerd met: 'NEEHEEEEEE.' 

Eenmaal gerust gesteld, hervatten we ons destructieve werk. Er waren nog een paar eieren over. Helke, een sportman in hart en lever. Pakte een koekenpan, ging als een volleerde Rod Laver zijn service oefenen. Omelet, set and match. Ik moest goed kijken wie er in de hoek van m'n flatje lag te vegeteren. Is dat niet Rob Roemers ? Hij lag naast mijn ontstemde akoestische gitaar te ronken waar de Schuuken van deze wereld geen pap van lusten. De plantenspuit is nooit meer zo efficiënt gebruikt als door Jack destijds. Rob de Wiener sprong op, begon op de automatische piloot een solo weg te geven waar Han Solo jaloers op is.

De dageraad brak aan. Uurtje of zeven. Ik had de gitaar van Rob in m'n handen. Speelde alsof het een lieve lust was de sterren van de inmiddels glinsterende blauwe hemel. Ik weet niet meer wie het zei, maar er werd door iemand het lumineuze idee geopperd, dat er eventueel misschien een weg naar buiten was te banen tussen de ruïnes van het net opgeleverde nieuwe flatje. Zo gezegd zo gedaan. De slaapmutsen werden ontwaakt. De energieken op het hart gedrukt zich niet te luidruchtig naar de Koningsstraat te begeven. De polenaisse liep gestaag slingerend de trap af. Ik gooide het raam open en zong nog een afscheidslied, begeleid door hemelse gitaar-akkoorden. Naast me ging ook een raam en bloemetjesgordijn open. We oogden als de oude mannetjes in de coulissen van de Muppetshow.

M'n buurman die ik nog niet kende, schreeuwde naar beneden: 'Ga als de nonde ju van m'n auto af.' Corné was zo beleefd zijn nieuwste verovering op de kap van de auto de hemelse geneugten van Zaltbommel te laten zien. Echter, de blikschade van de buurman noopte hem het te onderbreken. Uit het raam hangend, haar in de war en gitaar spelend: 'Aangenaam, ik ben Herman.''M'n vrouw heeft geen oog dicht gedaan en moet zo gaan werken.' 'Kom effe langs dan praten we het uit.'

na een tijdje betrad ie m'n flatje. Hij keek om zich heen, zag de eieren inmiddels half gaar van het behang naar beneden glijden, de elpee-hoezen her en der verspreid om te kunnen klunen, de elpees krom gebogen tegen de wind in, onherroepelijk onbespeelbaar geen voetballer worden en zeker geen zakenman, als toetje de Schuuk, als een mummie omwikkeld met dubbel gevouwen WC papier, met als druipende piek een ei zoals een ei nog nooit gebruikt was.

Ik zag hem denken. Hier begin ik niet aan. Als er ooit gevochten is tegen de bierkaai, zijn ze hier gestrand. En Corné? Corné zette tegen een blonde deerne aanrijdend, een auto in z'n 3de versnelling. Is nu getrouwd met twee kinderen. De Schuuk woont niet meer in Bommel, zijn saxofoon weerkaatst echter nog steeds op de Mert. Helke is inmiddels vader van twee kinderen, en hoopt nog steeds dat Nirvana een keer doorbreekt, ook al twee kinderen, met een scheiding links qua niet getrouwd. Rob is nog steeds de beste gitarist van de Bommelerwaard, Pimmetje Smit blijft de echte Bommelaar die niet naar boven wilde, Jackie is de wegbereider in de Rock 'n' Roll/carnaval sterrenhemel. En ik, ik notuleer tegenwoordig, en geniet van een afstandje.

'KOM NOU NAAR BOVEN!' 'NEEEEHEEEEE.'