Kale mannen moeten dood

Thako (Okaht)

Vrijheid van meningsuiting en het verbod op discriminatie zijn onderdelen van democratie die lastig zijn te combineren. Althans: in de praktijk bijt het elkaar vaak. En toch zou het vreselijk zijn als één van deze onderdelen daaronder zou moeten lijden.

Voor de goede orde. Gewelddadigheden tijdens demonstraties zijn fout. Vernielingen tijdens demonstraties zijn fout. Als tijdens demonstraties wordt gediscrimineerd, is dat fout. Geen doel, vraagstuk of mening kan dit rechtvaardigen. Punt!

Het dilemma blijft vaak dat vrijwel alle demonstraties tegen personen of groepen zijn gericht. En dit dan in combinatie met voldoende verontwaardiging om de straat op te gaan en hier tegen te ageren. De grens tussen democratisch recht en agressie wordt dan vaak flinterdun.

Ik heb het dan niet over gestoorde uitingen op internet. Ik zie zo'n kwijlende internetheld niet snel een schone onderbroek aantrekken, om daadwerkelijk zo stoer het gesprek aan te gaan met de door hem of haar gehate doelgroep. Als die al van hun zoldertje kruipen, steken ze eerder de straat over als een zwart, getint of Oost-Europees ogend figuur hen tegemoet komt.

Nee. Ik heb het over echte mensen, die daadwerkelijk de straat op gaan. Met alle menselijke emoties en eigenschappen die daarbij horen.

Maar hoe demonstreer je tegen Zwarte Piet, zonder blanken te beledigen? Hoe demonstreer je tegen anti-pieten, zonder hun donkere huidskleur te noemen? Hoe ageer je tegen criminaliteit onder getinte jongeren, zonder Marokkanen te noemen? Hoe veroordeel je islamitisch geweld, zonder moslims te noemen? Hoe kun je afschuw over de moord op onschuldige Palestijnse kinderen uitspreken, zonder joden te noemen?

Kijk. Ik ben een kale man. Als een aantal kale mannen aanslagen op kinderdagverblijven plegen, is het logisch dat veel mensen hiertegen ageren. Verontwaardigd en boos. De menselijke aard zal dan ook meteen een duidelijke afkeer van kale mannen oproepen. Het is dan logisch dat er zeer negatief over kale mannen zal worden geroepen. Als ik dan vervolgens door deze negatieve geluiden anders wordt behandeld of zelfs persoonlijk wordt beledigd en bedreigd, verandert er ook iets voor mij. Dan word ik – een onschuldige kale man – ook slachtoffer.

Terwijl dit dus eigenlijk gewoon niet nodig is. Is de daad zelf niet vreselijk genoeg om vreselijk boos over te worden? Wordt die boosheid rechtvaardiger door mij daarin te betrekken? Ik denk het niet. Integendeel. Door mij slachtoffer te maken, bega je een al net zo onrechtvaardige daad als de kale mannen die de levens van onschuldige kinderen bedreigen.

Als je iemand prijst voor een prachtige prestatie, is het voldoende om de prestatie te noemen. Robin van Persie hoeft niet te horen wat voor fantastisch mens hij is, maar alle loftuitingen over zijn fantastisch duikvlucht en kopbal zal hij tot aan zijn sterfbed meenemen. Is het dan ook niet veel beter om gruwelijkheden te benoemen, zonder daar meteen personen aan te verbinden?

Veroordeel een Israëlische soldaat op het feit dat hij jood is en hij zal zich verdedigen. Spreek keihard en bij voortduring uit dat het doden van een kind een gruwelijke daad is en hij moet na gaan denken.

Vrijheid van meningsuiting is het recht om tegen onrecht te ageren. Niet tegen mensen. Wie niet ageert tegen mensen, kan nooit discrimineren.