Laat

Frank (drulovic)

Deadlines en ik: we leven op gespannen voet. Altijd weer hetzelfde liedje. Vrijdag 18.00 uur komt angstvallig dichtbij. Op dat tijdstip moet er een column van mijn hand paraat staan, en dat is allerminst sinecure voor de wereld- en olympisch kampioen uitstellen.

Uitslovers schrijven de column op zaterdag. Stresskippen beginnen op zondag. Enthousiastelingen plannen op maandag een tijdvak in. Strakke planners nemen op dinsdag plaats achter de computer. Normale mensen zien woensdagvond als uitgelezen mogelijkheid om een gedegen column te fabriceren. Mensen die van enige druk houden, moeten op donderdag nog aan de bak. De enkeling die het vergeten is of echt geen enkele andere mogelijkheid had, dient op vrijdagochtend nog een gaatje te vinden.
En ik? Mijn horloge lijkt vuur te spuwen. Het is 17.23u; nog 37 minuten. Waar voor velen de drukke werkweek zijn aftocht blaast, begint voor mij de race tegen de klok.

Het zit in de genen. Dat kan niet anders. Voordat ik me ervan bewust kon zijn, was ik al laat. Waar ik op 2 september (van een jaartal dat veel te ver achter ons ligt) het levenslicht zou moeten zien, besloot ik om nog even langer in moeders warme buik te vertoeven. Vijf dagen om precies te zijn. Beter laat dan nooit, aldus mijn ouders. Tja, toen nog wel.
Waar de meeste kinderen ergens tussen de 13 en 15 maanden hun eerste stapjes zetten, kroop ik nog lekker in de rondte. Pas na ruim 18 maanden achtte ik de tijd rijp om mijn status als tweevoeter eer aan te doen. Ik was laat.
Op de kleuterschool hoeven kinderen echt nog niet vloeiend het Groot Dictee der Nederlandse taal na te kunnen zeggen. Maar de basisklanken zouden inmiddels tot het vocale arsenaal dienen te behoren. Anders volgt er bijles. Moet ik het nog zeggen? Het was de letter ‘r’ die me de gang naar de remedial teacher kostte. Ik vond de ‘j’ een waardige vervanger. Nog voordat de eerste les begon, had ik die vermaledijde r echter al aan mijn vocabulaire toegevoegd. Beetje laat, maar toch.
Terwijl mijn voetbalvriendjes naar een volgende leeftijdscategorie mochten doorstromen, moest ik altijd nog een jaartje wachten. Ik was te laat jarig.

Sommige klasgenoten moesten per tweewieler meer dan een half uur door weer en wind ploeteren voordat ze op school arriveerden. Ik had het maar makkelijk, op minder dan vijf minuten afstand. Wat een voorrecht. Toch waren het de wereldreizigers die om stipt half negen op het appèl verschenen. Dat heb ik althans van horen zeggen, aangezien de les voor mij standaard vijf minuten te vroeg begon. ‘Te laat! Ga maar een briefje halen.’
Wat dat betreft kwam het academisch kwartiertje op de universiteit als geroepen. Maar het probleem verplaatste zich simpelweg. Het kwartiertje werd twintig minuten, en zo verscheen ik alsnog steevast te laat in de collegezaal.

Natuurlijk was het mijn ouders ook opgevallen dat ik altijd laat ben. En dus drukten ze me op het hart om te breken met deze onwelkome traditie zodra ik een werkend bestaan moest opbouwen. Mijn eerste sollicitatiegesprek was in dat opzicht een belangrijke testcase, want twee minuten te laat kan het verschil betekenen tussen een mooie baan of de gang naar het UWV. Maar ik was geen twee minuten te laat. Nee, drie kwartier. Het mag een wonder heten dat ik alsnog werd aangenomen, terwijl er toch genoeg andere kandidaten waren.
Cupido besliste dat ik verliefd werd op een vrouw die een strakke planning nastreeft. Als de enige keer dat ik ooit ergens te vroeg arriveerde niet op onze eerste date zou zijn geweest, had ze haar oog nimmer op mij laten vallen. En dat heeft ze geweten. Wanneer zij verordonneerde om 14u in de auto te zitten, op weg naar pak hem beet mijn schoonfamilie, dan was ik trots op mezelf wanneer ik rond 14.10u het gaspedaal intrapte. Mijn vriendin zat al tien minuten op de passagiersstoel, met een gezicht als een oorwurm. Initieel was ik nog verbaasd wanneer ik de stoom uit haar oren ontwaarde, maar langzaam besefte ik dat 14u bij mijn vriendin 14.00.00u betekent, in plaats van ‘tussen 14u en 14.30u’. Het was even wennen, maar ik ben er inmiddels achter. Beetje laat, dat wel.

Elke dag neem ik me voor klokslag 23u in bed te liggen, om er rond 0.30u achter te komen dat ik weer eens hopeloos gefaald heb. De bieb heeft inmiddels een fortuin verdiend aan alle boeken die ik te laat retourneerde. Na zes dienstjaren kwam mijn naaste collega er vorige week achter dat ik om 8u behoor te beginnen in plaats van 8.30u, en ik heb pas sinds kort een smartphone. Laat, later, laatst.

Maar vanaf nu wordt alles anders! Ik ga mijn leven beteren. Nooit meer te laat. Iedereen zal versteld staan. Laat ik in ieder geval beginnen met het plaatsen van deze column. Stipt om 18u!