Niet klieren met dieren

Jan (Bakoenin)

‘Ik heb hem een schoteltje melk gegeven. Hij mag toch wel één nachtje blijven, mam?’ Deze zin heb ik als kind met enige regelmaat uitgesproken als ik weer eens een zwerfkat in huis had gehaald. Vervolgens bleven die katten dan jaren bij ons wonen.

Katten en honden zijn tegenwoordig al zo ver gedomesticeerd, dat ze maar met moeite in het wild kunnen leven. Katten redden het nog wel in de natuur in Nederland, maar honden waarschijnlijk niet. Zeker hier in de drukke Randstad zullen honden het niet lang uithouden in het wild, denk ik. Katten over het algemeen wel, maar ze zijn wel grondig verpest door de mensen. Als het waar is dat mensen na hun dood als dier kunnen reïncarneren, dan kom ik het liefste terug als huiskat in Nederland. Bij een katvriendelijke familie, dat wel. Nooit zorgen over je pensioengat. Lekker eten en drinken op zijn tijd. Als ze je ’s nachts buiten laten, zit het met de seks ook wel goed. En verder een beetje op een kleedje liggen snurken. Maar dat is dan eigenlijk wel tegennatuurlijk.
‘Gadver, hij heeft weer eens een muis,’ zegt mijn buurvrouw wel eens. Gadver? Dat is nou eenmaal de eigenlijke natuur van de kat. Die kattenbrokken vindt hij vast wel lekker, maar een muisje is toch wel het echte werk. Of een jonge vogel. Onze buurvrouw heeft een kat en een vogelhuisje in de tuin. Daar vallen dan in de lente de jonge vogeltjes uit en dan is ze verbaasd dat de kat er wel eens eentje vangt. Dat vindt ze zielig. Nee, dat is de natuur en die wordt door haar nog een beetje geholpen.

We waren jaren geleden op Corfu op vakantie. Daar kwam af en toe een zwerfhond bij het hotel. De hoteleigenaar onderhield de hond door hem eten en drinken te geven. Op het moment dat we er waren was ze drachtig. Ze wierp in een holle boom. Twaalf kleine hondjes was het resultaat. Waarom denk je dat het er twaalf waren? Natuurlijk waren er een paar Nederlandse dames die het zielig vonden dat die hondjes in de vrije natuur moesten opgroeien en dat een aantal van hen het niet zou overleven, maar dat is wel de natuur. Kijk eens hoeveel eieren een zeeschildpad moet leggen om ervoor te zorgen dat ze tenminste één nazaat krijgt. Onderweg naar het water gaan namelijk de meeste schildpadjes eraan. Maar dat is wel de natuur. Als God gewild had dat dieren in een huis gingen wonen, dan had hij ze andere kwaliteiten gegeven zodat ze konden timmeren en betonstorten. Maar dat is niet zo.

Ik vind dan ook dat dieren in de natuur horen en niet in huis. Nu wil ik voor die gedomesticeerde honden en katten nog wel een uitzondering maken. Dat kun je niet meer terugdraaien. Maar je kunt het tegenwoordig zo gek niet meer verzinnen of mensen hebben het in huis.
Toen onze kinderen nog klein waren, gingen we altijd in Frankrijk kamperen. De eerste keer was dat in de buurt van Souillac, in de Dordogne. Daar leerde ik een Nederlander kennen die ’s avonds het maïsveld inging om vroedmeesterpadjes te vangen. De maïs was nog niet zo hoog, dus het veld was goed te overzien. Ik wilde dat ook wel eens meemaken en ging met hem mee. Hij stond dan ergens doodstil te wachten tot zo’n pad een soort fluitend geluid maakte en floot dan op dezelfde manier. Daarna was het weer de beurt aan de pad. Die kwam iets dichterbij, want hij dacht natuurlijk dat er iets te ketsen viel. Dat ging net zolang door tot je vlakbij de pad was en dan kon je hem zo pakken. Je stond wel een beetje voor lul in het maïsveld natuurlijk. Stel je voor dat andere mensen daar langsliepen. Die zien alleen twee volwassen kerels in een maïsveld staan fluiten. Homo’s? Toch vond ik het wel leuk. Maar wat moet je in godsnaam in je huis in Holland met vroedmeesterpadjes? Het was zijn hobby. Hij had ook boomkikkers uit Zuid-Amerika. Leuk voor hem, maar vinden die beesten dat ook leuk? Ze hadden natuurlijk een terrarium, maar dat is maar beperkt.

Toen ik zeventien was, was ik verliefd op een meisje uit de buurt en zij op mij. De eerste keer dat ik bij haar thuis kwam nam ze me meteen mee naar haar kamer. Eenmaal daar pakte ze een grote doos van haar bureau en kwam naar me toe. Ik had eigenlijk meer interesse voor een ander soort doos, maar daar kwam ik niet meer aan toe. Ze haalde namelijk een vogelspin uit de doos en zette hem op haar handpalm. Hij bleef gelukkig rustig zitten.
‘Leuk hè?’ zei ze. 'Wil je hem ook even vasthouden?’
Ik heb een teringhekel aan spinnen en zeker aan zulke grote. Bovendien is een vogelspin giftig. Ik weet wel dat ze je niets doen als ze zich niet bedreigd voelen, maar misschien was hij ook wel verliefd op dat meisje en zag in mij een bedreiging. Ik was dus vrij snel weer weg en met het meisje werd het niets meer.
Maar wat moet iemand met een vogelspin? Of met slangen? Weet je nog? Etten-Leur? Een kakkerlakkenplaag omdat iemand die als voedsel had voor zijn reptielen en ze had vrijgelaten. Wat moet je in huis met reptielen? Ik kwam wel eens bij iemand met een kaketoe. Op een gegeven moment liep de man met zijn vingers in het verband. Ik vroeg hem dus wat er aan de hand was. Had die ‘kutkaketoe’ hem in zijn vingers gebeten toen hij hem een schijfje appel wilde voeren. Logisch. Zou ik ook doen als ik de hele tijd ergens stom op een stokje moest zitten en niet mocht vliegen. Ik ben op Komodo geweest. Daar had je veel kaketoes. Die vlogen allemaal lekker in het rond en hadden heerlijk seks met elkaar. Maar in huis kun je niet rondvliegen en lekker seks hebben met een andere kaketoe als je daar in je eentje zit. Konijnen voor de kinderen? Die zitten in een hok, maar horen in de duinen. Je kunt protesteren tegen een legbatterij, maar zo’n konijnenhok is ook niet erg groot over het algemeen en een kanariekooi ook niet.

Als je weet wat mensen allemaal in huis halen dan schrik je toch echt. En het is echt niet allemaal illegaal. Sterker nog. Utrecht heeft een universiteitskliniek voor gezelschapsdieren. Daar kun je terecht met je vogel, reptiel, fret, konijn of ander knaagdier. Kleine exotische zoogdieren zijn ook van harte welkom.
Op hun site lees ik: 'Veelvoorkomende problemen bij vogels zijn onder andere gedragsgerelateerde aandoeningen, voornamelijk veren plukken.' Ja, logisch. Als ik een vogel in een klein kooitje was en kon geen kant op of ik stootte mijn kop, dan zou ik ook gedragsgerelateerde problemen krijgen. Wat moeten mensen met een fret in huis? Mag dat dan zomaar? Kinderen van asielzoekers worden zonder pardon teruggestuurd naar het land van herkomst, maar een kaketoe met gedragsproblemen uit Indonesië mag naar de Utrechtse kliniek. Je kunt als asielkind dus beter zeggen dat je een uitheemse vogelsoort bent.

Houden mensen al die dieren nou eigenlijk om de dieren een plezier te doen? Nee, ze houden ze om zichzelf een plezier te doen. Dat merk je ook bij veel mensen als de dieren lastig worden. Als ze voor problemen komen te staan waar vooraf geen rekening mee is gehouden. Als mensen op vakantie gaan en geen onderdak voor ze hebben, bijvoorbeeld. Of als die dieren op het mooie nieuwe Perzische tapijt kotsen. Of als ze allerlei kwaaltjes krijgen en hoge kosten veroorzaken.
Als je echt van dieren houdt en ze wilt helpen, dan bestrijd je het grote leed dat dansberen ondergaan. Of je steunt organisaties die zich inzetten om andere misbruikte dieren een betere leefomgeving te geven. Want er worden nogal wat zogenaamde huisdieren misbruikt op de wereld. Dus: niet klieren met dieren. Er moet wat mij betreft in ieder geval snel een wet komen die de invoer van alle bijzondere dieren uit het buitenland verbiedt.