Toch maar Theo

Laurens (Gramps)

Het was even prakkiseren deze week, over het onderwerp dat ik wilde aansnijden. Er gebeurt weer van alles in ons wereldje waar de pers dan ook van alles over te melden heeft. En omdat de pers, zoals al eerder door mij aangestipt, weinig moeite doet om de zaak eens van een andere kant te bekijken, wordt iedere gebeurtenis alleen al door de persdichtheid tot wanstaltige proporties opgeblazen. Niemand maakt mij wijs dat Armstrong door zijn dopinggebruik het recht heeft verworven om zo veel mediaruimte voor zijn strapatsen in beslag te nemen. Op de keper beschouwd is het gewoon een vent die genas van kanker en daarna hard bleek te kunnen fietsen, met name in Frankrijk. Om hard te kunnen fietsen deed hij verboden dingen, maar wist dat heel slinks lang verborgen te houden. Nu moet hij met de billetjes bloot, en ook dat is weer groot nieuws, na de ontelbare publicaties die er tijdens zijn wielerleven al aan hem zijn gewijd. Het lijkt erop dat de media nu verhaal gaan halen voor hun goedgelovigheid in de afgelopen jaren.

Zo zijn er zo veel verhalen die niet zo bar veel voorstellen. Die de wereld niet de andere kant laten opdraaien of zo, maar toch heel veel publiciteit krijgen. Een vent die in een heliumballon stapt en op ruim 36 kilometer hoogte eruit springt, nou mooi hoor. Ik denk dat die heliumballon gemakkelijk aanleiding zou kunnen zijn voor weer een metafoor. O? Ja. Op hoogte nul is het een slap, langwerpig geval, een beetje een gebruikt condoom in mijn optiek. Als het ding opstijgt wordt de luchtdruk kleiner en zwelt de ballon. Totdat de druk in de ballon zo groot wordt dat hij ploft, maar dan zit het ding inmiddels tientallen kilometers hoog en zweeft zo ongeveer in het luchtledige. De huid van de ballon heeft de dikte van een sigarettenvloeitje. Ik ga daar eens fiks over nadenken; daar kunnen heel wat parallellen worden getrokken. Maar vandaag even niet.

Nee, het wordt Theo. Voor mij en vele dorpelingen hier is dat heel wat dichterbij en meer bereikbaar. Theo reed motor, een BMW K75 en was lid van de club. Woonde lekker dicht bij het clubgebouw, hij zou letterlijk naar huis kunnen kruipen. Niet dat dit ooit nodig was, maar het kon, ten koste van twee kale schoenneuzen en een kapotte pantalon. Hee dat rijmt. Af en toe kwam hij een biertje happen en wat bijkletsen. Gezellige vent, een jaar of 63. Hij ging vorige maand mee op het Eifelweekend. Met een heel stel motormuizen naar Duitsland. Er waren wel wat twijfeltjes bij de maten. Hij haalde een capriool uit die op vijf centimeter na fataal afliep. Pfoe… En hij viel twee keer. De maten vonden hem een beetje verward, maar dat kon best door het vallen komen. Dat doe je nooit zonder gevolgen. Maar goed, ze kwamen weer thuis en togen weer aan hun dagelijkse werk.

Theo is dood. Een bestuurslid stuurde het bericht per mail rond. Pdf’je van de overlijdenskaart erbij. Hij blijkt behalve een vrouw een getrouwde zoon te hebben, geen kleinkinderen. Eén zoon is overleden. Dinsdag jongstleden overleed Theo plotseling. Maandagavond kunnen we gaan condoleren, dinsdag is de crematie. Het hoe en wat is duister. Gisteravond ging ik dus maar eens naar de club; misschien wist iemand wat er was gebeurd. Er waren maar een paar bezoekers, allemaal ouwe hap. Sommigen wisten van niets, die moesten het bericht van ons vernemen. Ongeloof en verbazing. Een van de aanwezigen was erbij geweest toen Theo een paar keer viel tijdens het motorweekend. Ook hij wist niets meer dan de anderen over de toedracht. We kwamen, na alles nog eens te hebben nabesproken wel tot de conclusie dat de doodsoorzaak een herseninfarct geweest kon zijn, waarschijnlijker dan een hartinfarct. Die verwardheid kon wel de aanleiding zijn geweest voor die valpartijen en de rare capriolen die hij onder het rijden uithaalde. We zullen het wel horen. Veel zal het niet veranderen, want Theo is dood en dat is het enige dat telt.

Het is wel heel opvallend dat je zo weinig van elkaar weet, al zie je elkaar vaak. Gezinssituatie, ziektebeeld, kwaaltjes, al die ditjes en datjes, er is slechts zo veel of zo weinig bekend als de persoon zelf los wil laten. En dan moeten we het ook nog doen met de optiek van de persoon zelf. Wat ook meespeelt is de sociale vaardigheid van een mens. Praat hij makkelijk, is het persoonlijk of is het meer roddel? Hoe zit het met de rondjes bier? Met de humor? Met het meeleven met anderen? Zelfs wanneer alles is zoals je hoopt en verwacht moet je niet denken dat je iemand kent. Verre van dat. Je weet alleen dat je prima zit, aan de bar naast hem. Bier, praatje, lachen, zo moet het. Maar kennen? Dat duurt jaren.

Theo is dood. Een verlies voor iedereen.