Houten kont uit Assen

Laurens (Gramps)
We gingen het doen, samen op de motor naar de TT. Een rijtje familie en vrienden, merendeels dertigers gaan zowat ieder jaar, maar toen ze hoorden dat het mijn eerste keer zou zijn stemden ze genadiglijk toe in mijn gezelschap. Een paar insiders wisten inmiddels dat opa desgevraagd verkwistend gas weet te geven, dus met het tempo zou het wel goed komen. Twee jongere zonen, onder wie Bert, luitjes die helemaal niks met motoren hebben werden zo’n beetje tot meegaan gechanteerd. Ik was heel verbaasd want met name onze jongste zoon had vorig jaar nog in niet mis te verstane bewoordingen gesteld dat hij voor geen miljoen achterop zo’n duivels ding zou klimmen. Met de overtuigingskracht van de oudere broers zit het dus wel snor. Dus voor de mannekes pakken, helmen en handschoenen geregeld. Het pak voor de jongste was binnen de familie beschikbaar, voor Bert klampte ik de motorrijschool aan waar ik heb gelest. Geen enkel probleem, alleen van betaling wilden ze helemaal niks weten. Ben je nou helemaal gek! Daar vraag je toch geen geld voor? Okee, dan maar een appeltaart bij het terug brengen. 

Zaterdagmorgen om zes uur koffie bij ons thuis, een kwartiertje later, na een bakkie koffie stapten we op. Het weer was zeldzaam mooi – droog en niet al te warm. Wat drinken en broodjes in mijn tanktas en weg waren we. Gramps met vier zonen en een vriend. Op de A28 net buiten Amersfoort kwam er nog een motor bij, en na Zwolle nog eentje die via de Markermeerdijk uit Alkmaar kwam. De groene Kawavan deze makker was helemaal zwart van de dooie muggen. Op de dijk door het IJsselmeer heb je echt wolken van die beesten waar je niet doorheen kunt kijken. Onderweg zagen we algauw dat heel veel TT-bezoekers even vroeg als wij waren vertrokken. Dat heeft ook wel een reden, want als je later van huis weg gaat kom je er zelfs op de motor bij Assen nauwelijks meer door.

We werden naar een reusachtig parkeerveld gedirigeerd, dat voorzien was van dertig centimeter brede betonstroken waarop je je standaard kwijt kon. Omgevallen motoren waren dus nergens te zien. We zetten de motoren netjes op slot, trokken onze pakken uit en ik nam effe een broodje uit mijn tanktas. Natuurlijk circuleert nu op Whatsapp een foto van opa met een broodje tussen zijn tanden, terwijl hij zijn trommel weer opbergt in de tanktas. Mooi mannen, bedankt. We liepen, nadat we taludkaartjes hadden gekocht gezamenlijk langs de hoofdtribuneen klommen over een geluidswal langs het circuit. Eenmaal over het hoogste punt bleek de andere kant een flauwe helling te hebben richting circuit, waar je heel best kon zitten. Prima plek. Bier en broodjes in de buurt, zonnetje en een windje op je hoofd.

Een van de jongere zonen, die niets wist van het verschijnsel TT heeft een woeste haardos, beetje afrostijl. We hebben hem verteld dat zijn kapsel sprekend lijkt op dat van een pas verongelukte Italiaanse coureur, genaamd Simoncelli. Dat bleek vele mensen te zijn opgevallen, want hij werd diverse keren met die naam aangesproken. Een andere zoon had ergens een heel raar hoofddeksel opgedoken in de vorm van een witte Barneveldse kip. Dat bleek een vondst want hij was tussen alle bezoekers heel makkelijk te vinden als iemand van ons weer eens bier was gaan halen.

Wat een feest, die TT! Alles, met name het weer werkte mee, al had ik beter wat zonnebrandmeuk mee kunnen nemen. Mijn armen en kop waren aan het eind van de dag zo rood als een kroot. Op dit moment is alles aan het vervellen. En die motoren, en vooral de herrie die de zware klasse produceert, niet te kort. Het is al net als bij trekkertrek, op tv krijg je geen flauw idee van het enorme geweld en het geluidsniveau. Precies voor ons, aan de andere kant van de baan stond een megascherm, zodat we de coureurs ook konden volgen als ze alweer voor ons langs geknald waren.
Tussen de races door waren er stuntteams te zien die ons nog even fijntjes bijbrachten dat er aan de bovengrens van de rijkunst nog heel wat op te steken is. Of een
DucatiGP-motor waarop passagiers een rondje mee mochten. Op racesnelheid dus, of daar heel dicht tegenaan. Nou, ze mogen mij best een miljoen bieden om dat een keer te doen, dat geld zal ik van zijn leven niet in ontvangst nemen.

Meteen na het hoofdgebeuren zijn we tussen duizenden andere bezoekers weer naar het parkeerterrein gesloft. Pak aan, sloten eraf en starten maar. Tussen vele honderden anderen naar de uitgang getuft. Stapvoets of nog langzamer. Er konden 31000 motoren op dat parkeerterrein en het stond stampvol. Je hebt geen enkel idee hoeveel motoren dat zijn. En toch is dat maar 5% van het totale aantal bikes in ons land. Het is onderhand een echte, heel grote hobby, denk ik zo. We raakten elkaar kwijt in de massa, zodat ik een aantal keren aan de kant heb staan wachten. Tevergeefs, zodat ik alleen aan de terugrit begon. Onderweg keek ik bij ieder tankstation even of ik de maatjes zag, maar nee, ze waren niet te vinden. Uiteindelijk was ik maar tien minuten eerder thuis dan zij.

De broertjes die niks van motoren moesten hebben? Ze willen komend jaar beslist weer mee, en zelf rijden komt er ook ooit. Bert kon de snelheidsmeter van de motor waarop hij meereed niet zien omdat en een tanktas in de weg zat, dus sloeg hij aan het rekenen. Bij een tempo van honderd kilometer per uur duurde honderd meter iets minder dan drie seconden. Op een gegeven moment tijdens de terugweg klopte zijn sommetje niet meer. Bij navraag bleek zijn broer toen 180 te hebben gereden. Bert denkt al aan een Harley uit WW2. Ik heb hem verteld dat hij dan heul veul van motoren moet weten, anders krijgt hij zo’n ding niet eens aan de praat. De jongste zoon is ook helemaal om. Hij vindt meerijden nog steeds eng, maar de thrill telt zwaarder.

Volgend jaar weer? Reken maar. Alleen moet ik aan het uitvinden. Het zitten op een helling met een hoek van 30 graden is namelijk een ramp voor een senioor persoon als ik. Ik moet dus iets bedenken waardoor dat zitprobleem wordt verholpen, maar wat ik zonder probleem in mijn tanktas kwijt kan. Ga dan met de auto, zegt u? Dat is een hele domme opmerking. Daar denken we niet eens aan. Bij goed weer pakken we de motor, bij slecht weer ga ik niet. Klaar.