Wordt u al geholpen?

Martin (Martin7sloten)

In de supermarkt pak ik uit het schap van de koffie vastbesloten mijn smaak. Een dame van - ik schat - een jaar of vijfentwintig staat al zo'n minuut lang met haar wijsvinger tegen haar lip te dubben welke smaak zij zal nemen. "Lungo of espresso?", vraag ik haar. "Ik drink altijd lungo, mijn vriend houdt meer van een sterke espresso", antwoordt ze. "Neem dan deze paarse voor jezelf en die zilveren voor je vriend", zeg ik terwijl ik het paarse doosje in mijn mandje leg. "Dankjewel", glimlacht ze. Ze was er zelf uiteindelijk ook wel uitgekomen, maar waarom zou ik haar niet even helpen? Die bemoeizucht zit in de aard van het beestje.

Maar door mij zo dienstbaar op te stellen, zit ik hier verdorie wel vier uur voor het verstrijken van de deadline nog aan mijn column te schrijven. Laat ik dat soort dingen dan vaak op het laatste moment aankomen? Nee, meestal heb ik mijn stukje - ondanks mijn talent voor laksheid - zondag of zelfs al eerder gereed.

Kom ik dan tijd tekort? Nou nee, normaal gesproken ben ik grootgrutter in tijd. Ik heb namelijk tijd om te twitteren, facebooken, slapen, eten, reizen, werken, leuke dingen doen en nog veel meer. Er zijn zelfs momenten dat het mij - als man(!) - lukt om te multitasken. Zo kan ik eten met de tv aan, twitteren op het toilet en slapen terwijl ik een film aan het kijken ben.

Waar gaat het dan mis? Dat probleem zal ik toch echt bij mijzelf moeten zoeken. Ik ben een levende 'F1-knop'. Roep 'help' en ik sta paraat. Iemand op Twitter een probleem met een Mac? Martin duikt erin en komt in minder dan vijf minuten met een oplossing. Vrienden, familie, buren en kennissen weten mij goed te vinden wanneer ze mijn hulp weer eens nodig hebben.

Zo vraagt de buurman mij met enige regelmaat of ik zijn TomTom voor hem in wil stellen. Hij kan dat prima zelf, maar het voelt voor hem misschien toch beter als ik het doe. De buurman stottert dan ook nog eens en dat maakt het wel weer aandoenlijk. 'Kom maar, dan kijk ik wel even', zeg ik tegen hem terwijl hij struikelt over wat mmmmmedekkklinkers. Met een paar drukken op het scherm is het klaar. En ik heb zelf niet eens een TomTom. Ik heb zelfs geen rijbewijs, laat staan een auto.

Dan heb ik ook nog een buurvrouw. Ze is verstandelijk beperkt, maar woont wel op zichzelf. Sinds een paar jaar heeft ze een laptop, internet en e-mail of - zoals zij dat noemt - 'Emiel'. Je voelt de bui misschien al hangen... Laptop, internet en Emiel doen - net als bij ieder ander - wel eens vreemd. Bij mijn buurvrouw spannen ze echter de kroon, lijkt het. Ik kom de gekste dingen tegen. Ooit heb ik een schaar uit de invoerlade van haar printer gevist. Toen deed alles het weer. 'Oh, die was ik al kwijt', glundert de buurvrouw terwijl ze de schaar uit mijn handen grist.

Ik probeer mijn vrienden, familie, buren en kennissen zo goed mogelijk op te voeden. 'Wat heb je zélf al geprobeerd?', is één van de eerste vragen die ik stel. Bij mijn buurvrouw kan ik dan maar beter mijn hart vasthouden, want zij drukt op elk knopje als het moet. 'De pppppostccode heb ik al iiiiingevvvuld', legt mijn buurman uit. TomTom heeft hem een keer door Duitsland naar Enschede gestuurd en dat was geen bijster succes. Volgens de berekeningen is het dan misschien wel de snelste route, maar in het pikdonker met de nachtblindheid van mijn buurman is het vragen om moeilijkheden. Dat hij het vertrouwen in zijn Tom een beetje kwijt is, begrijp ik dan ook wel weer.

De familie 7sloten weet mij te vinden voor het schrijven van brieven. Op één of andere manier weten zij problemen aan te trekken. Conflicten met werkgevers, telecombedrijven of incassobureaus, ze zijn van alle markten thuis. Niet iedereen in mijn familie is zo handig met de letters op het toetsenbord als ik, dus ook daar kom ik vaak om de hoek kijken. Het zijn meestal maar een paar regeltjes tekst, je spreekt elkaar weer even en je drinkt een kop koffie. Ik hoef er niets voor terug. Een beetje waardering is voldoende. Als ik dan ook nog krijg te horen dat het goed is afgelopen, ben ik helemaal blij.

Toch zit ik er niet altijd op te wachten om andere mensen te pas en te onpas te helpen. Mijn vrije tijd is mij immers erg dierbaar. Ik doe graag leuke dingen en er zijn nu eenmaal veel leukere dingen te verzinnen dan het schrijven van een brief aan de ex-werkgever van mijn neef of het weer tot leven wekken van Emiel. Wanneer ik dit onderwerp met mijn collega bespreek, zegt hij: "Je moet er gewoon geld voor vragen." Dat zorgt volgens hem voor een drempel en het schept verwachtingen. "Je hulp krijgt daardoor waarde." Maar wat moet ik mijn buurman nou vragen voor het instellen van zijn TomTom? Bovendien staat de buurman op zijn beurt weer klaar voor mij als ik met de hond naar de dierenarts moet. Zo helpen we elkaar.

En ach, zonder mijn buren was er vandaag misschien geen column geweest.