Geen weurden veur

Martin (Martin7sloten)

"Vanmorgen om drie uur is er een overval gepleegd op een bankfiliaal...", klinkt het uit de radio. Je ziet het ook weleens op nieuwssites. Maar het klopt niet. Het is fout. De regels worden hier met voeten getreden. Daar gaat het bij mij van kriebelen. Die regels zijn er niet voor niets.

Ik wil met jullie daarom graag het volgende afspreken: de ochtend begint om zes uur, de middag om twaalf uur, de avond om achttien uur en de nacht om vierentwintig uur. Zo heb ik dat vroeger op school geleerd. Voor de zekerheid sla ik de Wikipedia erop na en het blijkt dat ze het mij inderdaad juist hebben bijgebracht. Op één of andere manier raken sommige mensen die kennis kwijt zodra ze de lagere school hebben verlaten. Ze halen die termen te pas en te onpas door elkaar. Dat is vooral het geval met de ochtend en de nacht, waarbij de nacht vaak het onderspit moet delven.

Toch ben ik van mening dat er van die momenten zijn dat je tussen de regels door moet kunnen lezen. Ik ben de moeilijkste niet. Wat zeg je bijvoorbeeld wanneer je iemand om vijf voor zes groet? Goedemiddag? De middag duurt dan nog maar een paar minuten. Dat is wel een beetje kort, vind je niet? 'Goedemiddag' is niet per se fout, maar 'goedenavond' vind ik hier beter op zijn plaats. Je wénst iemand immers een goedenavond. Of zie ik dat nou verkeerd?

Zo heb je ook van die regeltjes voor taal. 'Ik word' zonder 't'. 'Jij betaalt' met een 't'. Ik hecht wel waarde aan foutloos schrijven. Wat je echter wel altijd in je achterhoofd moet houden, is dat de geschreven taal een afgeleide is van de gesproken taal. De gesproken taal was er per slot van rekening eerder. De geschreven taal verandert dan ook wel eens als gevolg van nieuwe afspraken. Eén en ander is vastgelegd in de 'Spellingwet' om misverstanden te voorkomen.

"Se hebbe vanmorrege om een uur of vier me fiets gestole", hoor ik op het bankje achter me in de coupé. "Dan mot je effe naar de polisie. Aangifte ensow. Me schoonmoeder heb hetsellefde gehad, ook smorregesvroeg." De dame tegenover mij van - ik schat - een jaar of zestig draait afkeurend met haar ogen. "De jeugd van tegenweurdig", zegt ze tegen mij op haar Beatrix'. "Ik heb er geen weurden veur." En inderdaad, de regels kraken hier in hun voegen. Tijd om de dames eens streng toe te spreken. Dus ik sta op, draai me om, kijk de dames in kwestie aan en corrigeer ze met een wijzend vingertje: "Dames, het is niet vanmórgen om een uur of vier, maar vannácht om een uur of vier."

"Laat dit een wijze les voor ze zijn", knipoog ik naar de oudere dame.