Muziektelefoon

Henk (PlaneetHenk)

Ik loop de trap af in mijn ouderlijk huis, zoals je wel vaker doet als je boven bent, maar naar beneden wilt. Mijn moeder staat in de keuken en zegt of vraagt wat, maar ik kan me niet op haar stem concentreren, want door haar woorden klinkt een vaag, krachteloos maar nog steeds veels te aanwezig geruis. Moeders kijkt me aan, haar ogen vragen om een antwoord. Ik negeer haar eventjes, zoekend naar de fletse tonen die door mijn hersenen als puzzelstukjes bij elkaar worden geraapt. Het volledige plaatje wordt, tegen mijn zin in, steeds duidelijker. 'Niet in dit huis,' denk ik nog, 'niet mijn familie.', terwijl het beeld dat ik van mijn eens trotse familienaam had uiteen valt. En dan zie ik het, tot mijn grote ontsteltenis. Aan de tafel zit mijn broertje, de verwerpelijke puber, over zijn huiswerk gebogen en naast hem ligt zijn van alle toetsen en beltonen voorziene telefoon. Uit de inferieure speakertjes van dit ding komt het geluid dat mij zo afleidde van mijn moeders vraag. Naar alle waarschijnlijkheid moet het een liedje voorstellen. Met mijn tanden en kiezen op elkaar geklemd ontsteek ik in een micro tirade die zijn weerga vast wel ergens kent, pak de telefoon en gooi deze, onder luid protest van mijn door de huidige maatschappij verpeste broertje de prullenbak in.

Vroeger, een tijd die verder volledig aan mij is voorbij gegaan, had ik een discman, daar zaten dan weer dopjes aan, die ik af en toe verving, altijd lettend op het merk, zodat ik een fijn geluid had. Als nou de technologische vooruitgang mogelijk maakt dat alles makkelijker en beter word, waarom gebruiken mensen dan tegenwoordig geen koptelefoon meer? Die worden namelijk ook beter, vraag maar aan de voetballers van Oranje, die we toch voor elke wedstrijd met een dikke Sennheiser op van de bus naar de kleedkamer zien lopen. (Ik vraag me dan af hoe het er aan toe gaat ín die bus; zit iedereen dan in zichzelf met z'n muziekje op, afgesloten van zijn teamgenoten, of word er nog geklaverjast?)


Het is toch niet minder dan vreemd dat jongeren niet meer over straat lopen zónder een telefoon losjes bungelend in hun hand, waar dan de muziek van dit moment uit schalt? 'Schelt' is waarschijnlijk een beter woord. Als ik dat zie, sta ik altijd even stil om zo'n kerel even pontificaal uit te lachen. Nou is dat niet altijd even slim, maar ik kan niet geïmponeerd raken van een cultuur waar je 'streetcred' verdiend door een grote pet op je hoofd te zetten op een manier waarop het lijkt dat je er je broodbakje in bewaart.

Onbegrijpelijk dat niemand lijkt te begrijpen dat dat speakertje in je telefoon is gemaakt om een stem uit te horen en geen muziek, die toch vaak bestaat uit meerdere lagen, baslijnen en subtiele klanken waar lang aan is gewerkt. De dikste nummers verworden zo tot laf, schel en karakterloos geluid, waar je met geen mogelijkheid gevoel of waardering voor op kunt brengen . Je beledigt elke muzikant door zijn of haar muziek op deze fan-verjagende manier de atmosfeer in te drukken, en daarbij vertel je iedereen om je heen ook nog eens hoe ontzettend niet muzikaal je bent. Wat is er gebeurd, dat men maar genoegen neemt met drums die nooit vetter zijn dan een pen tegen een bloempot, de snaren van gitaren doen denken aan kippen met astma en elke stem door helium geïnfecteerd lijkt te zijn? Heeft de hardhouse en piraten muziek ieders gehoor dan zó aangetast dat de verfijning van 20.000 jaar muzikale beschaving binnen een decennium ongedaan is gemaakt en dat we de simpele sensatie van geluid voldoende vinden om ons te vermaken?

“Ja, maar iederéén luistert zo zijn muziek!” sputtert mijn broertje tegen op de voor eigenwijze pubers zo kenmerkende wijze, die elke ouder en oprecht zorgen makende broer tot wanhoop kan drijven. “Dan is iedereen gek.” leg ik hem resoluut uit terwijl ik mijn oude Philips dopjes in zijn oren duw. Hij is al een tijdje stil, en zoals we allemaal weten, “die zwijgt, die stemt toe”. Misschien is het nog niet te laat voor mijn broertje. Al dacht ik uit de schelle baslijn wel de stem van Kempi op te kunnen maken en een dergelijke smaak wens je ook niemand toe.