Lekker wijf aan de bar

Trudy (Zonnetje40)

"Hee, hoe is het?"

"Ah joh, slechte mensen gaat het altijd goed, dat weet je toch? En met jou?"

"Hard voor weinig, je kent het, hè!"

"Ja, precies! Ha, ha! Hard werken voor weinig geld!"

"En hard werken is niet zo erg, er gaat alleen zo verdomd veel vrije tijd in zitten, zeg ik altijd maar!"

"Nou, inderdaad. Wat een pokkeweer trouwens. Nou ja, ik zeg altijd maar zo: ‘Wat vandaag valt, kan morgen niet vallen.'"

"Zo is het. Bij dat KNMI slaan ze er ook maar een slag naar. Het zou droog zijn vandaag. Wat is dat spul dan, dat nu uit de lucht valt? Ik steek altijd mijn wijsvinger in de lucht, en dan weet ik waar de wind vandaan komt en of het droog of nat weer is!"

"Ha ha! Goeie! Maar het blijft toch Nederland, hè. Het kan vriezen en het kan dooien."

"Zullen we anders even een biertje pakken?"

"O, eh, ik weet niet. Eigenlijk heb ik niet zo veel tijd..."

"Nou ja, ik dacht: ‘Nee heb je, ja kan je krijgen.'"

"Ach, wat kan mij het ook schelen. We leven tenslotte maar één keer."

"Vind ik ook. En je moet maar zo denken: ‘ het houdt je van de straat!'"

"Zo, het is hier beter dan buiten. Biertje dan maar?"

"Ja, maar ik trakteer. Tenslotte heb ik jou uitgenodigd. En ik heb net weer zakgeld gekregen van moeder de vrouw."

"Ha, ha! Alles goed trouwens, met je vrouw?"

"Ja hoor. Ik zeg altijd maar zo: ‘Ik heb een sprookjeshuwelijk. Als ik thuiskom, zit er altijd een heks op de bank!'

"Nou man, laat het haar maar niet horen! Anders heb je de rest van de week wel beeld, maar geen geluid! Ha ha!"

"Ach, je moet toch blijven lachen. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd."

"Zo is het. Zie je trouwens dat meisje daar aan de bar zitten? Daar zou ik wel een beschuitje mee willen eten!"

"Niet een beetje te jong voor jou? Zal je vrouw leuk vinden! Dat kind had je dochter kunnen zijn!"

"Nee, dat zie je verkeerd, man. Dat heet ontwikkelingshulp. Kijk, op een ouwe fiets moet je het leren, en ik wil best haar leermeester zijn. Zo ben ik dan ook wel weer!"

"Ja, je bent een goed mens. Nog een biertje dan maar?"

"Welja. Op één been kan je nou eenmaal niet lopen."

"Heb je echt nog wel tijd? Je leek net nogal haast te hebben."

"Ik moet een verjaardagscadeau voor mijn vrouw kopen. Maar ja, ze heeft alles al! Haar kasten puilen uit. Maar goed, ze wordt vijftig, dus ik moet wel over de brug komen. En ze heeft gezegd, dat als ik weer met een koekenpan aan kom zetten, dat ze me er mee het huis uit ramt."

"Vijftig, joh? Hoog tijd dat je haar eens inruilt voor twee van vijfentwintig!"

"Dat zeg ik ook regelmatig. Maar ja, ze wil niet weg, hè? Zo'n kerel als mij vindt ze natuurlijk nergens, ha, ha!"

"Nou, pas maar op. Voor je het weet is ze er vandoor met de buurman."

"Als de buurman daar intrapt, dan krijgt hij van mij geld toe! Ze is in de overgang. Ik heb er geen verstand van, maar af en toe word ik gek van haar. Opvliegers, geen zin meer in seks, kerst komt vaker voor per jaar, zeg ik wel eens tegen haar. Ze loopt zo te zeiken, ze vindt dat ik te veel bier drink, dat mijn pens te dik is...

"Ja, daar klaagt die van mij ook altijd over. En dan zeg ik gewoon tegen haar: ‘Mens, lig niet te ouwehoeren, die jongeheer van mij heeft een afdakje nodig!"

"Ha, die moet ik onthouden! Die is goed! Kijk, dat lekkere wijf aan de bar heeft het warm."

"Ja, d'r vest is uit, nu nog de rest..."

"Wacht maar even... Hee moppie! Als je het zo warm hebt, waarom trek je dan niet nog meer kleren uit? En als je het dan weer koud krijgt, dan wil ik je wel even opwarmen, hoor!"

"Zo, die kan ook nergens tegen!"

"Nou, inderdaad! Wat een chagrijnige kop! Een geintje moet kunnen hoor, zeg ik altijd maar."

"Ach ja. Maar in bed hoef je die chagrijnige kop van haar niet te zien. Daar moet je gewoon een papieren zak overheen doen."

"Weet je trouwens, waaraan je kan zien, dat vrouwen één hersencel meer hebben dan een koe?"

"O, heb je hem weer hoor, met zijn moppen..."

"Nou?"

"Nee, geen idee..."

"Anders zouden ze op je tapijt schijten!"

"Ha ha ha! Ik hoorde er laatst ook eentje. Wacht even... O, ja. Waarom geeft een vrouw zo veel geld uit?"

"Tja... Als ik dát wist..."

"Heb je dan wel eens een spaarvarken gezien met de gleuf aan de onderkant?"

"Ha, ha, ha! Hee man, die is goed! Die moet ik onthouden! Die vrouw van mij kan er ook wat van hoor! Ik heb het nog niet binnen, of zij heeft het al weer uitgegeven."

"Tja, dat is vrouwen eigen. Dat heb je met die emancipatie. Vroeger hadden vrouwen maar één recht, dat was het aanrecht. Kijk, en vrouwen zijn net als auto's. Als je er eentje hebt, dan komen ze weer met mooiere en nieuwere op de markt. O, wat jammer... Dat lekkere ding gaat weg. Dag schatje! Morgen bij mij thuis?"

"Mijn vrouw zegt altijd: ‘Jij probeert die meisjes met je ogen uit te kleden.' En dan zeg ik: ‘Ja, alleen jammer, dat het nooit lukt! Ha, ha!' Hee, maar kerel, ik moet er weer eens vandoor. De plicht roept. Dat cadeau kopen voor mijn vrouw. Wens me maar succes."

"Dan geef je haar toch een nieuw hangslot voor aan haar kuisheidsgordel? Altijd leuk!"

"Ja, goed idee! Van roestvrij staal, dan kost het ook niet zo duur!"

"Hee, het was goed om je weer te zien, man!"

"Vond ik ook. Weer leuk bijgepraat. Moeten we vaker doen. O, ga jij er ook vandoor?"

"Ja joh. Dat lekkere wijf staat natuurlijk buiten op me te wachten. Die kan ik niet teleurstellen."

"Blijven dromen! Hee ouwe rukker, ik ga je zien!"

"Ik ga je zien, ouwe rukker!"

"O, enne... #$%^&* *^%^&*(."

"Wát zeg je?"

"Van rukken word je doof!"